Content warning: pesten, uitsluiting en mentale gezondheid
Terwijl ik dit stuk schrijf is het een van de eerste dagen in het jaar met mooi weer in Nederland. Toch klopt dit beeld niet helemaal met de werkelijkheid. Want het is buiten ook heel hard aan het waaien. Hoe vredig het dus ook lijkt in het land, wie goed luistert weet dat er wel degelijk meer aan de hand is.
De laatste paar weken stonden in het teken van oplaaiend conservatisme gericht tegen de LHBTQIA+-gemeenschap. Zo werden queer uitgaansgelegenheden in Eindhoven en Groningen belaagd. Ook werd er een demonstratie gehouden bij een voorleesmiddag voor kinderen door drag queens, zogenaamd om onze kinderen te beschermen tegen kwaadaardige ‘ideologieën’.
In al deze gevallen was er sprake van overwegend mannen aan de ene kant en queer personen aan de andere kant. Dat doet me heel erg denken aan hoe ik ben opgegroeid. Als puber kreeg ik al ingewreven dat je een man bent, of een mietje (zie ook de iconische songtekst van Racoon: “Wie is het mietje, wie de man?”). En andersom lijkt alles wat queer is ver weg te blijven van mannelijkheid. Wat als je je identificeert met zowel mannelijkheid als met queerness? Zijn de tegenstellingen echt zo groot als ze lijken? En hoe is het om beide aspecten van jezelf te vieren? Deze column is een ode aan het grijze gebied tussen twee schijnbare uitersten.
Definities
Voordat ik naar de inhoud ga, eerst even wat definities. Ik ben een cisgender man, wat betekent dat mijn genderidentiteit in lijn is met het lichaam waarin ik geboren ben. Dit artikel is een persoonlijke beschouwing, wat wil zeggen dat het vanuit mijn ervaringen als cisgender man geschreven is.
Wat niet wil zeggen dat ik mij tot die groep beperk. Mannelijkheid is iets waar we allemaal mee te maken hebben. Niet alleen mensen die zich (geheel of gedeeltelijk) als man identificeren, maar ook die als man gesocialiseerd zijn.
Dan is er nog het begrip queer of queerness. Waar seksuele geaardheid beschrijft op wie je verliefd wordt, is queerness de keuze om volledig te zijn wie je bent. Het woord queer is begonnen als scheldwoord richting mensen die zich ‘abnormaal’ gedragen ten opzichte van de heteronorm. De term wordt nu teruggevorderd door diezelfde groep en als geuzennaam ingezet om het anders-zijn te vieren. Een queer persoon hoeft dus geen onderdeel te zijn van de LHBTQIA+-gemeenschap, maar is dat in de praktijk vaak wel. Voor de duidelijkheid, ik ben homoseksueel en identificeer mij als queer persoon.
Niet man genoeg
Laat ik beginnen bij man-zijn. De eerste man in mijn leven, mijn vader, was op zijn zachtst gezegd een teleurstelling. Gedurende mijn jeugd heb ik mij moeten wapenen tegen zijn onverwerkte problemen. De liefde was er, maar zijn eigen verleden verhinderde hem om een vader te zijn.
Met leeftijdsgenootjes was het niet veel beter. Ik ben van basisschool tot middelbare school gepest. De daders waren uitsluitend jongens. Ik was een verlegen, teruggetrokken kind met een sterke wil. Ik ging altijd mijn eigen weg en hield mij niet aan de ongeschreven regels. Zo speelde ik met jongens en meisjes en groeide ik lang haar. Iets dat zelfs de ouders op het schoolplein verwarrend vonden.
In de puberteit ging ik gedichten schrijven. Ik kon goed leren en zat standaard in de top van de klas. Dat was schijnbaar een nog grotere rode lap op de andere jongens in mijn jaar. Gymles was de hel.
Inmiddels ben ik 30 en het leven lacht me toe. Ik heb een lieve groep mensen om mij heen, woon in de grote stad en ben zelfstandig ondernemer. En toch word ik nog bijna dagelijks geconfronteerd met hoe een man zich zou moeten gedragen. Zo zie ik de laatste tijd steeds vaker berichten op LinkedIn met titels als ‘de business deal van mijn leven gesloten’ en ‘zakelijke samenwerking verrijking voor mijn leven’. Vaak vergezeld van beeldmateriaal. Op de foto’s zie ik een witte man en een vrouw ergens in de dertig, die net in het huwelijksbootje zijn gestapt. Of een man die zijn pasgeboren kindje vasthoudt. Berichten zoals deze krijgen binnen afzienbare tijd tientallen tot honderden likes. Met name door de taal krijg ik de indruk dat deze mannen graag waardering willen oogsten voor het feit dat ze hun taak als man hebben volbracht. En die krijgen ze ook. Het loont dus om op een zakelijk platform genormeerde mannelijkheid tentoon te stellen.
Hoe goed ik mezelf ook ken, elke keer als ik iets dergelijks zie, gaat er toch ergens een luikje open in mijn hoofd waar een stem uitkomt die me vragen stelt als: had je niet inmiddels een partner moeten hebben? Een goedbetaalde managementbaan? En een koophuis met auto voor de deur?
Ook het tegenovergestelde is waar: wanneer queer personen iets posten over hun leven, is LinkedIn ineens ‘een zakelijk platform, en geen Facebook’ waar we vooral ‘onze ideologie niet moeten opdringen aan een ander’. Wie dringt er nou wie een ideologie op?
Niet homo genoeg
Waar ik voor de meeste hetero’s niet mannelijk genoeg was, ben ik voor veel homo’s juist weer te mannelijk. Als dichter begeef ik mij inmiddels regelmatig op spoken word avonden, in queer safe spaces en in het theater. Heerlijk om omringd te worden met creatieve mensen die genieten van elkaars kwetsbaarheid. Toch is ook hier van alles aan de hand. Laatst benaderde een jongen mij, na een hele dag met een groep te hebben doorgebracht in een theater in het zuiden van het land. Het was een gemoedelijk gesprek. Totdat hij zei: ‘Ik weet dat je homo bent, maar ik verbaas me daar echt over. Ik krijg serieuze hetero vibes van je’. Ik wist even niet wat ik moest zeggen. Dus begon ik maar te lachen. Uit de context kon ik afleiden dat hij doelde op het feit dat ik een vrij mannelijk voorkomen heb. En dat het dus onlogisch zou zijn dat ik gay of queer was. Ik denk niet dat dit bewust kwetsend bedoeld is. Toch heb ik het wel als belediging ervaren. Zijn homo’s dan echt per definitie niet mannelijk? En kun je te mainstream zijn voor de queergemeenschap?
Gezien de geschiedenis van het ontstaan van de queergemeenschap snap ik de terughoudendheid naar cismannen heel goed. Het innemen van onze plek als gemeenschap was alleen mogelijk door letterlijk en figuurlijk een alternatieve ruimte voor onszelf te creëren. Toch doen we onszelf tekort wanneer we instinctief ‘het mannelijke’ wegduwen. Hierdoor heb ik in ieder geval vaak getwijfeld of ik wel queer genoeg was.
Eerder heb ik al vastgesteld dat ik een ander soort man ben dan de meeste mannen om mij heen. En tegelijkertijd ook een ander soort queer dan ik om mij heen zie. Tot ver in mijn volwassen leven heb ik me daardoor heel lang erg alleen gevoeld.
Kantelpunt
Inmiddels is er wel het een en ander veranderd. De relatie met mijn biologische vader is nu afstandelijk, maar liefdevol. Het leven heeft mij in de vorm van de nieuwe man van mijn moeder een bonusvader gegeven. Eentje die er, ook al was dat niet zijn taak, echt voor mij is geweest. Op een paar zeer welkome uitzonderingen na, heb ik mij in mijn gehele ontwikkeling van kind tot jong volwassene vrijwel nooit gesteund gevoeld door andere mannen in mijn man-zijn. Met name in mijn prille beginjaren, maar ook nu werkt dat nog door. Ik zou liegen wanneer ik zeg dat dat niks met me doet.
Het heeft even geduurd, maar ik ben gestopt met vechten tegen de maatschappelijke interpretatie van mannelijkheid. Hierdoor heb ik een stukje van mijn eigen man-zijn weer toegelaten. Er is een soort zachtheid in mij teruggekeerd. En nu dat gebeurd is, zie ik ook ineens zachte mannen om mij heen. Het is alsof ik door een interne verandering een ander soort mens aantrek.
Een concreet voorbeeld van dat laatste is mijn deelname aan theatervoorstelling Boys Won’t Be Boys. Een show die draait om het doorbreken van stereotypen van mannelijkheid. Daar heb ik voor het eerst ervaren dat mannelijkheid geen strak hokje is, maar een soort waaier met allerlei verschillende soorten en maten mannen. Mannen die ieder op hun manier hun mannelijkheid leven.
Ook realiseer ik me dat de queer gemeenschap niet altijd een veilige haven is. Er lopen genoeg mensen rond die (bewust of onbewust) anderen uitsluiten. De mythe dat elke queer space ook een safe space is, heb ik doorgeprikt. Nog steeds vind ik queer evenementen een verademing ten opzichte van veel cishet activiteiten. Maar het geïdealiseerde verlangen om in een gemeenschap van per definitie gelijkgestemden te komen heb ik laten varen.
Verenigd
Ik heb er jaren, zo niet decennia, over gedaan om zowel mijn mannelijkheid als mijn queerness te omarmen. Ook al ben ik lang alleen geweest in mijn zoektocht, om mij heen begin ik steeds meer te zien dat anderen met vergelijkbare vragen zitten. Mannelijkheid als concept is aan het veranderen. Op tv en in de media gaat het hard tegen hard. Maar achter de schermen zijn er wel degelijk dingen aan het verschuiven. Wanneer ik om me heen kijk zie ik dat veel mannen zichzelf eindelijk een beetje ademruimte gunnen op het vlak van emotie en identiteit. Met andere woorden, mannen die hun innerlijk anders-zijn aan het omarmen zijn. Dat vind ik hoopgevend.
Queerness en mannelijkheid mag niet alleen, ze hebben elkaar nodig. Zowel mijn mannelijkheid als mijn queerness helpen mij om mens te zijn. Deze vereniging heeft van mij een compleet persoon gemaakt. Ik ben, vrij letterlijk, mijn eigen man geworden. Nu ben ik thuis in mezelf. En dat voelt goed.
Over de auteur(s)
Joey
Joey Velberg (hij/hem) is 31 jaar en Jonge Meester in de Levenskunst. Zijn missie is om jou te ondersteunen op weg naar jezelf en je te inspireren je beste leven te leiden. Hij werkt als freelance coach, opsteller, schrijver en trainer. Zo draagt Joey bij aan een wereld verenigd in diversiteit.