'Half' van Haroon Ali. Auteursfoto door Frank Ruiter.

Interview met schrijver Haroon Ali: ‘Wees gewoon jezelf en laat het lekker een puinhoop zijn’

Een hand schudden is er nog niet bij als ik Haroon Ali spreek op een dakterras in hartje Amsterdam, maar gelukkig hoeft het gesprek niet meer gevoerd te worden met haperingen vanwege een slechte internetverbinding. De hittegolf is net voorbij en de zomer is op zijn meest aangenaam. Het enige dat de sfeer probeert te verstoren, is de wesp die het gemunt blijkt te hebben op mijn appelsap en Haroons late ontbijt dat bestaat uit blauwe en rode bosvruchten. Ik praat met hem over zijn debuut Half. Daarin houdt hij zijn Pakistaanse afkomst tegen het licht, maar legt ook haarfijn de minder mooie kanten van de Nederlandse cultuur bloot. Bovenal is het echter een betoog voor compassie, nuance én is het een boek dat een uitgangspunt kan vormen voor menig gesprek.

Je hebt Half geschreven als brief aan je halfbroer. Waarom heb je voor deze vorm gekozen en wie hoop je met het boek te bereiken?

Als je uit een ingewikkelde familie zoals die van mij komt, zijn er veel perspectieven. Half is mijn kijk op de werkelijkheid, en mijn vader en onze relatie spelen daar een belangrijke rol in. Het schrijven van het boek is een ontdekkingstocht geweest; waarom wilde ik na achttien jaar weer naar Pakistan?

Het vervelende gevolg van dat mijn vader en ik niet goed met elkaar overweg kunnen, is dat ik mijn broertje zelden zie en dat vind ik zonde. Ik zou graag aan hem vertellen hoe ik het ervaren heb om op te groeien in Nederland met een Pakistaanse vader. Ik wil met hem praten over de onderwerpen die Pakistaanse vaders graag onder het tapijt schuiven: seksualiteit, religie en überhaupt het hebben van een eigen stem. De band met mijn vader blijft ingewikkeld, maar mijn broertje is pas twaalf. Ik hoop dat hij, als hij dit boek als jongvolwassene gaat lezen, er ook wat aan heeft. 

Daarnaast schreef ik dit boek ook voor andere jonge lezers, zoals die van Expreszo. Jongeren die hun identiteit en seksualiteit ontwikkelen en in hun vormende jaren zitten. Ik hoop dat dit boek mensen helpt om sterker in hun schoenen te staan. Dat ze weten dat je de regie hebt over wat je identiteit is en dat je tijd moet nemen om dat uit te zoeken.

Hoe verliep het schrijfproces?

Ik ben journalist en schrijf veel reisverhalen. Als je mij in een land neergooit, weet ik hoe je dat boeiend kunt opschrijven. Ik wilde eerst een boek schrijven dat vooral journalistiek van aard was en de lezer van alles vertellen over Pakistan. Ik wilde Nederlanders veel meegeven over de cultuur en de politiek, omdat ze vaak onbekend zijn met Pakistan. Daar raakte ik zo in verstrikt, dat ik niet meer wist wat ik wel en niet moest delen. Door het persoonlijker te maken, ga je mee in mijn gedachten en voel je hopelijk mijn verwondering, maar zie je ook wat ik stom vind en waar ik me niet mee kan verenigen in Pakistan. Zoiets persoonlijks schrijven, opent allemaal luikjes met informatie uit het verleden en je komt dingen te weten over je ouders en familie. In plaats van een half jaar duurde het proces uiteindelijk tweeënhalf jaar. 

Je houdt niet alleen de Pakistaanse cultuur tegen het licht, maar ook de Nederlandse. Wil je met Half meer nuance brengen en polarisatie tegengaan?

We leven in een erg gepolariseerde samenleving. Het lijkt alsof je steeds meer gedwongen wordt een kant te kiezen, ook op het gebied van afkomst en geaardheid. Als je eruitziet zoals ik, kun je wel worden geaccepteerd als Nederlander, maar alleen als je gezellig meedoet. Wanneer je je echter uitspreekt over racisme en ongelijkheid ben je voor sommigen gelijk de buitenlander en moet je oprotten naar je eigen land – ook al ben je hier geboren. Dat vind ik vermoeiend. Ik merk dat als journalist ook. Als ik in een column of artikel een kritische noot uit over Nederland, word ik op Twitter snel gediskwalificeerd, en dat heeft met mijn naam en afkomst te maken.

Ik heb door mijn reis geleerd om mijn volledige afkomst te omarmen en de waarde ervan te zien. Mensen zoals ik kunnen een brugfunctie hebben en laten zien dat die contrasten minder hard zijn dan we denken. We zijn allemaal mensen en streven dezelfde dingen na: een leuke relatie, een baan, gezondheid en geluk. Ik probeer steeds meer de contrasten te verkleinen en te zorgen dat mensen blijven praten en zich blijven verdiepen in anderen. Maar in bepaalde hoeken van de samenleving lijkt men daar niet echt op te zitten wachten. 

Je boek is heel toegankelijk, je legt dingen uit, bijvoorbeeld wat Grindr is en hoe dat werkt in Pakistan.

Het boek is deels bedoeld als een tijdcapsule voor mijn broertje, maar als ik het alleen voor hem had geschreven, had ik het hem gewoon kunnen geven natuurlijk. Ik wil het ook met een groter publiek delen. Daarom wilde ik het boek toegankelijk maken en daar hoort ruimte voor humor bij. Er gebeuren ook veel leuke en grappige dingen in Pakistan. Mensen zijn creatief in hun zoektocht naar vrijheid. Dat is soms humoristisch, maar levert ook verwarring op en dat wilde ik laten zien.

Ik moest daarnaast nadenken over hoe eerlijk ik wilde zijn. Ik wist dat mijn hele familie het boek uiteindelijk kan lezen. Dus als ik mijn Grindr-ontmoetingen beschrijf en de geheime feestjes waar ik naartoe ga, ben ik wel benieuwd wat mijn familie daarvan gaat vinden. Maar dat heb ik geprobeerd te negeren tijdens het schrijven. Ik heb soms op de rem gestaan, maar probeer mijn verhaal zo eerlijk en open mogelijk te vertellen.

Je schrijft: “Het fijne van homo zijn is dat we alle maatschappelijke verwachtingen kunnen negeren. Niks moet, alles mag”. Omdat je buiten de verwachtingen stapt heb je dus ineens vrijheid, is dat niet erg idealistisch? Want de buitenwereld blijft bestaan.

Hoe ouder je wordt, hoe minder je je van de buitenwereld aantrekt, is mijn ervaring. Ik heb al acht jaar een vaste relatie, we zijn verloofd en gaan hopelijk over twee jaar trouwen. Maar ik vul mijn relatie in op mijn manier en daarvoor vraag ik geen toestemming aan mijn familie. Ik ben eind dertig en al mijn heterovrienden hebben nu twee kinderen en een koophuis buiten de stad. Vrijgezelle dertigers voelen een enorme druk om mee te gaan in dat traject: relatie, samenwonen, een kind, verhuizen naar een groter huis voor de tweede komt, et cetera. En dan wat? Als je homo of lesbisch bent, is die druk er minder. Er zijn ook gay stellen die in dat plaatje willen passen en een mainstream bestaan willen leiden. Dat heb ik echter nooit gehad. Ik heb voor een deel een hartstikke burgerlijke relatie en een solide leven, maar er is geen stemmetje in mijn hoofd dat zegt: ik moet dit, want de maatschappij verwacht dat. Ik denk dat je als LHBT+’er in een land als Nederland dat verwachtingspatroon makkelijker los kunt laten en zelf kunt bepalen wat voor leven je wilt, omdat je al buiten de gebaande paden wandelt. Het hangt natuurlijk wel af van je situatie. Het kan je vrienden of familie kosten, maar ook vrijheid opleveren. Ik ben pas uit de kast gekomen toen ik uit huis was en mijn eigen woonruimte had, zodat ik geen speelbal zou worden van de emoties van mijn ouders.

Je haalt in Half aan dat je teleurgesteld raakte in de rigiditeit van de Islam en daar dus mee brak toen je uit de kast kwam, maar ook dat je bij alle andere geloven ziet dat subgroepen elkaar vijandig benaderen. Zie je dit niet ook binnen de LHBT+-gemeenschap?

Elk identiteitslabel zorgt ervoor dat je bij een groepje hoort, en die behoefte om ergens bij te horen is heel menselijk. Het creëert echter ook een gezamenlijke vijand. Dat zie je binnen religies en ook in de LHBT+-gemeenschap. Binnen het groepje word je geaccepteerd, maar tegenover de rest van de wereld moet je je verzetten om die identiteit te verdedigen. Ik zie hoe de hokjesdrift doorslaat en vraag me steeds meer af wat je eraan hebt, wat zeg je met die hokjes? Wat levert het je op om daar zo aan vast te houden? Bot gezegd is het een soort marketingtechniek: dit is hoe ik mijzelf in de wereld market.

Ik vind die zoektocht naar identiteit en houvast zelf ook verwarrend, nog steeds. Ik ben half Nederlands en half Pakistaans en ben ook nog eens islamitisch opgevoed. Hoewel ik geen praktiserend moslim meer ben, heb ik wel veel van die opvoeding meegenomen, zoals het belang van familie en respect voor ouderen. Ik probeer nu de waarde in te zien van al die elementen en trots te zijn op het mengelmoesje dat ik ben. Ik hoor overal een beetje bij, maar het is niet beperkend of benauwend meer en ik kan er ook weer uitstappen als ik daar zin in heb.

Labels die juist meer duidelijkheid zouden moeten geven, zorgen vaak voor frictie en beperkingen. Ik noem mezelf homo en val duidelijk op mannen, maar wie weet verandert dat ooit, en dan zit ik vast aan dat hokje. Dat geldt ook voor afkomst. Ik heb lang geprobeerd om mee te doen als Nederlander. Maar als je mensen ontmoet die dat niet zo zien, denk je: waar doe ik het voor? Wanhopig bij een label proberen te horen levert vooral frustratie op.

Bij labels hoort ook de discussie rond terminologie. Je boek heet Half en op Instagram zag ik dat mensen zeiden: kun je wel over halfbloedjes praten? Hoe belangrijk denk je dat juiste terminologie is?

Ik ken niemand die persoonlijk offended is door de term halfbloed. Ik heb het boek zo genoemd omdat de titel prikkelt en dat korte maar ook krachtige woord mijn gevoelens rondom identiteit goed samenvat. Dubbelbloed vind ik een beetje truttig klinken, maar wel leuker dan halfbloedje. Die terminologie komt ook maar zijdelings aan bod in mijn boek. Ik denk nu niet: eureka, ik ben dubbelbloed. Het ondefinieerbare wil ik omarmen, dat je overal een beetje bij hoort en tegelijkertijd nergens. Ik denk eigenlijk dat heel veel mensen zich zo voelen. Als out and proud lesbienne zul je je niet altijd onderdeel van de community voelen. En ook als witte Nederlander zul je je soms ook afvragen: is dit mijn land? We hoeven niet altijd overal bij te horen. Wees gewoon jezelf en laat het lekker een puinhoop zijn. 

Representatie speelt een belangrijke rol in begrijpen wie je bent. In Half schrijf je over de stad Lahore: “Het was alsof ik in Aladdin was beland. Geen politiek correcte vergelijking, dat weet ik, maar als kind droomde ik ervan om op een vliegend tapijt over zo’n oosterse stad te vliegen.” Kun je wat meer vertellen over hoe je tegen representatie aankijkt?

Ik kan je niet uitleggen hoeveel indruk Aladdin op mij maakte als kind. Als tiener en twintiger ben je bewust bezig met representatie en daarom is LHBT+-representatie zo belangrijk, dan weet je: dit liefdesverhaal kan ik zelf meemaken. Als kind denk je daar niet zo over na, maar merk je het wel als verhalen en personages aansluiten op jouw leven. We hadden thuis overal oosterse tapijten liggen en ons huis zag er een beetje uit als een oosterse bazaar. Dus toen ik Aladdin keek, had ik zoiets van: oh mijn god, dit is Pakistan, maar dan op een sprookjesachtige manier. Ik leek ook wel een beetje op Aladdin. Andere westerse Disneyprinsen identificeer ik me niet zo mee. Aladdin was gewoon mijn leven on acid. Toen ik dus in de eeuwenoude stad Lahore was, kwam Aladdin weer tot leven. 

Met de live-action versie was er veel gedoe over wie er dan wel en niet in mocht spelen: hadden alle acteurs een Arabische afkomst, zag het er allemaal niet te exotisch uit? Representation matters, en je voelt meestal wel aan of het goed gedaan is. Waar ik me echter mateloos aan irriteer is Homeland. Die misdaadserie zit vol met clichébeelden van gillende, voor bommen wegrennende Arabische vrouwen en mannen met baarden die allemaal terrorist zijn. Dat vind ik zo’n achterhaalde, Amerikaanse blik. Series als Homeland vind ik schadelijk voor beeldvorming, Aladdin is een sprookje en dat is van een andere orde. 

Hoe moeten we volgens jou verder om wél goede beeldvorming te krijgen?

Ik geloof dat de verhalen over bepaalde groepen verteld moeten worden door de mensen die daar zelf toe behoren. Pose is een goed voorbeeld, die serie wordt geregisseerd en geschreven door trans personen die weten hoe dat leven is en tegen welke problemen je aanloopt. We moeten ook strenger kijken naar de cast. Mijn gedachten daarover zijn wel veranderd. Is het erg als een man een trans vrouw speelt? Eerst zag ik daar niet zoveel problemen in, maar nu kijk ik daar anders tegenaan. Acteurs spelen iemand die ze niet zijn, goede acteurs kunnen allerlei rollen spelen, die niks met hen hebben te maken. Maar gemarginaliseerde groepen krijgen niet zo’n platform, omdat ze geen toegang hebben tot Hollywood – of de literaire wereld. Het is belangrijk dat minderheden dat platform krijgen en meer mensen doorstoten naar positions of power, zodat ze daarmee weer andere mensen aansteken om hetzelfde te doen. Dat leidt tot meer diverse verhalen.

Je wilt dat de kettingreactie van haat jegens homoseksualiteit stopt bij je broertje. Wat wil je lezers meegeven als zij ook die haat willen bestrijden?

Wat me het meest frustreert aan de relatie met mijn vader, is dat ik niet goed tot hem kan doordringen. We hoeven het niet met elkaar eens te zijn om van elkaar te houden. Ik heb ook rechtse vrienden waar ik het vaak mee oneens ben. We hebben verhitte discussies en at the end of the day worden we er allebei betere mensen van. Mijn vader heeft oogkleppen op, hij wil niet over gevoelige zaken praten en wil ook mijn boek niet lezen. Daar schiet niemand wat mee op. 

Dit is mijn advies: blijf praten met de ander, wie dat ook is. Blijf als LHBT+’er praten met mensen die jouw identiteit niet snappen. Als je een persoon van kleur bent, blijf praten met mensen die Black Lives Matter onzin vinden. Dat kan vermoeiend zijn en je hoeft het niet altijd te doen, maar ik denk dat we als samenleving en mensheid verder komen als we proberen onze zogenaamde tegenstanders te begrijpen. Ik hoop dat mensen na het lezen van mijn boek in gesprek zullen gaan. Niet iedereen hoeft het goed te vinden. Sommige mensen zullen Half niet lezen of het slecht vinden, andere zullen na het lezen de Pakistaanse en islamitische cultuur nog steeds achterlijk vinden, prima! Laten we er dan over doorpraten. Dat kan interessante gesprekken opleveren. En daar worden we uiteindelijk allemaal beter van.

Wil je een indruk krijgen van Half lees dan alvast de voorpublicatie/reportage in de Volkskrant. Overtuigd? Dan kan je zijn boek bestellen bij je favoriete boekwinkel of online.

Auteursfoto door Frank Ruiter.

Over de auteur(s)

Jacoline

Jacoline

Schrijf mee

Wil jij helpen met het creëren van leuke content voor en door LHBT+? Bekijk hieronder onze vacatures.

Wetenschap tegen trans haat

Op 14 maart publiceerde het prestigieuze wetenschappelijke journal ‘Cell’ een artikel over de inclusiviteit van trans mensen in de wetenschap. Een belangrijk artikel omdat wetenschap

De Gay Agenda

Amsterdam, 1 april 2024 Beste lezer, Vandaag, op 1 april, roepen wij, online queer magazine Expreszo, alle Nederlanders op om samen met ons de queer

Voorbinddiscours

Gastredacteur Laurie schrijft over het imago van de voorbinddildo nu en hoe dat door de eeuwen heen is veranderd.