Naar de kerk gaan met de feestdagen, de bijbel voorgelezen krijgen, mariabeeldjes thuis en rozenkransen kopen wanneer ik op een heilige plek was in Portugal. Dit zijn een paar voorbeelden van hoe het geloof verweven was met mijn kindertijd. Ik zat op een katholieke school en mijn vader beschouwt zichzelf als katholiek. Vroeger dacht ik niet zo vaak na over religie en of ik zelf religieus was of niet. Het was pas toen ik in de puberteit kwam en ik geconfronteerd werd met mijn eigen gevoelens met betrekking tot seksuele geaardheid, dat ik hier echt bij stil stond.
Bijbelse verhalen
Voorgelezen zijn uit de bijbel heeft zijn voordelen, zeker omdat ik tijdens mijn geschiedenis toetsen op de middelbare school hier veel aan had. Ik heb echter nooit mijn eigen bijbel gehad en wij hadden ook geen bijbel in huis. Wel werd er elke week voorgelezen uit de kinderbijbel op school. Tijdens kerst of paasviering waren dit natuurlijk de specifieke verhalen. Ik zag altijd een beetje op tegen de paasviering omdat ik het verhaal zo naar vond. Mijn juf zei ook dat ze het ‘leukere’ verhaal voor het paasontbijt zou bewaren en de ‘nare’ dingen van het verhaal de dag ervoor zou doen.
Ik herinner me heel specifiek een paar verhalen uit de kinderbijbel die mij op school zijn voorgelezen. Een van die verhalen was het verhaal over Abraham en Isaak. God wilde het geloof van Abraham testen en die test bestond uit het opofferen van zijn zoon Isaak. Abraham bracht zijn kind naar een berg en was van plan hem op te offeren. Uiteindelijk was dit niet nodig want God stopte hem en zei dat hij de test had doorstaan.
Dit is een van de vele verhalen die ik me herinner om dezelfde reden: ze maakten me bang. In het geval van Abraham en Isaak was ik doodsbang dat mijn vader dit wellicht ook ooit een keer zou kunnen doen. En dan was er nog het verhaal van de hel.
De hel is geen fijne plek
Sinds ik uit de kast ben en bevriend ben met veel queer mensen, worden er soms nog wel grapjes gemaakt over het feit dat we ‘naar de hel gaan’. Er zijn liedjes die refereren aan de hel gaan. In Lil Nas’ videoclip van Montero zakt hij naar beneden naar de hel en zelfs de duivel is te zien. Dit soort dingen vind ik nu niet meer zo erg, maar toch roept de hel nare gevoelens bij mij op, ook al ben ik niet religieus.
Toen ik elf was, was ik met mijn familie in de heilige plaats Fatima in Portugal. Dit is een bedevaartsplek en er worden vaak pamfletten uitgedeeld, zo ook toen aan mij. Ik herinner me een vrouw die me een pamfletje gaf over Fatima. Hierop stond ook een stukje over de kinderen die de heilige Fatima hadden gezien en ook een glimp van de hel te zien kregen door een engel. Hier werd de hel op een hele enge en nare manier beschreven. Ik herinner me de beschrijvingen van brandend vuur, de geur van verbrand vlees en constant geschreeuw.
Natuurlijk vond ik deze beschrijvingen super eng. Het deed wat het moest doen: de lezer afschrikken. Je moet niet naar de hel willen en dus moet je luisteren naar wat God wil.
Coming out
Uit de kast komen is voor veel mensen spannend, voor mij was dit ook het geval. Ik had op het moment dat ik voor mezelf wist dat ik biseksueel was een goede vriendin die praktiserend protestants was. Zij ging naar de kerk en bad voor het eten. Ik herinner me dat ik het super spannend vond om aan haar te vertellen dat ik ook op meisjes viel. Want als zij gelooft in de hel, dan gelooft ze dus ook dat ik daar thuis hoor, toch?
Gelukkig voor mij was dit niet het geval. Zij vertelde me zelfs dat ze altijd zou accepteren dat iedereen op elk gender mag vallen. Het maakte haar niet uit op wie ik viel, ze wilde nog steeds vrienden met me zijn. Dit was helaas niet het geval met andere religieuze mensen die ik tegenkwam in mijn leven.
Tijdens mijn latere tienerjaren werkte ik in een supermarkt. Deze was gelegen in een christelijk deel van Capelle. Omdat ik zelf niet religieus was, hield ik me hier amper mee bezig en dacht ik gewoon niet zoveel na over wat dit betekende voor mij. Ik merkte al snel dat ik een van de weinigen was die niet gereformeerd christelijk was. Mijn collega’s werkten niet op zondagen, droegen soms geen broeken en waren close met elkaar omdat zij naar dezelfde kerk gingen.
Ik had op dat moment een vriendin en er werd weleens aan mij gevraagd of ik een relatie had. Toen ik over mijn vriendin vertelde, kreeg ik soms minder fijne reacties. Een collega zei toen tegen mij: “Oh, ja, je moet het allemaal zelf weten. Maar het is natuurlijk wel een zonde en je gaat dan wel naar de hel.”
Geloof jij?
Waarom maak ik me zo druk hierom als ik claim niet religieus te zijn? Omdat ik het gevoel heb dat ik in deze religieuze wereld niet welkom ben. Het feit dat de hel zo’n enge plek was en dat ik wist dat God kon straffen, zorgde ervoor dat het enige gevoel dat ik tegenover het geloof had, angst was. Ik was bang voor de bijbel. Ik was bang voor God. En ik was vooral bang dat God mij zou straffen voor het feit dat ik op vrouwen val.
Door deze angst heb ik nooit op een andere manier kunnen onderzoeken of ik geloof. Ik heb nooit kunnen bedenken of ik iets voelde voor het naar de kerk gaan. Ik heb nooit in mijn eentje durven bidden. Ik heb nooit zelf de bijbel gelezen. En soms word ik hier verdrietig van. Ik vind het jammer dat het voelt alsof deze gelegenheid mij is ontnomen.
Doordat ik queer was en er openlijk tegen mij werd gezegd door mensen en de maatschappij, dat dit niet samen zou gaan met het geloof, heb ik me hier helemaal van afgesloten. Ik heb de deur dicht gedaan en tot op de dag van vandaag heb ik geen behoefte om hem open te doen.
Over de auteur(s)
Aimee
Aimee (zij/haar) is 25 en werkt als software tester in de ICT. In haar vrije tijd houdt ze van paaldansen, lezen en schrijven. Ze is dol op haar konijnen en quote maar al te graag oude vines of scenes van Scott Pilgrim vs the world.