Elf was ik, toen ik merkte dat ik gevoelens had voor vrouwen, en dat werd met de jaren een steeds belangrijker deel van mijn identiteit. Urenlang zocht ik online, las alles wat ik maar kon vinden en begon me snel thuis voelen onder mede-lesbiennes. Tot ik vier jaar later plots verliefd werd op een jongen. Hoewel mijn gevoelens voor vrouwen niet veranderden, verloor ik wel ineens de zekerheid die vier jaar ‘lesbisch zijn’ me had gegeven.
Ik ben biseksueel en zou graag willen dat ik dat met volle overtuiging uit kon spreken, sereen aan een drankje nippend, zonder verdere zorgen over of die term rechtvaardig is of wat mijn gesprekspartner ervan zal denken. Dat kan ik echter, jaren later, nog steeds niet en stiekem zou ik met al mijn bi-positieve getetter misschien toch liever op één geslacht vallen. Ik weet dat ik daarin niet de enige ben, en vind dat we het daarover moeten hebben.
“Bi’s are too straight for the gay community and too gay for the straight community”
Zoals een deelnemer aan een beroemd geworden onderzoek van Mary Bradford naar ‘The Bisexual Experience’ het zei: “Bi’s are too straight for the gay community and too gay for the straight community.” (Dit is trouwens ongetwijfeld ook relevant voor panseksuelen.) Het artikel, dat inmiddels al veertien jaar oud is, is voor mij een baken van herkenning. Bi’s krijgen negatieve reacties, worden gehyperseksualiseerd, en blijven vaak onzichtbaar, wat kan leiden tot een gebrek aan ‘sense of community’, het gevoel ergens bij te horen, en eenzaamheid. Ze spreken over de drang toch een keuze te maken, ook wanneer dat rationeel gezien helemaal niet hoeft, en participanten vertellen dat hun seksualiteit betwijfeld wordt, of dat ze er zelfs om zijn afgewezen, in zowel de LHBTplus-gemeenschap als daarbuiten.
Daarbovenop blijkt uit onderzoek dat het mentaal slechter gesteld is met bi- dan met homojongeren. Biseksuele jongeren zouden meer dan homoseksuele jongeren last hebben van eenzaamheid, depressiviteit en suïcidale gedachten. Vooral onder biseksuele meisjes zou een schrikbarend hoog percentage met zelfmoordgedachtes kampen.
Het lijkt er dan ook op dat de acceptatie van homo’s en lesbiennes verbetert, terwijl dat voor biseksuelen niet zo is. En daarbij gaat het niet alleen om discriminatie door hetero’s: er is sprake van ‘dubbele discriminatie’.
“Ik worstelde meer met het idee op verschillende geslachten te vallen dan alleen op vrouwen”
Biseksualiteit is de Hij Die Niet Genoemd Mag Worden van de LHBTplus-gemeenschap. Er is weinig representatie, en de biseksuele rolmodellen of fictieve personages die je ziet, worden meestal niet als zodanig benoemt. Dat is prima natuurlijk, labels zijn in principe nergens voor nodig, maar in dit geval ligt het misschien dieper dan de angst voor een etiketje. De weerzin tegen andermans reactie speelt namelijk ook een rol. Door de stroom van afwijzende reacties heb ik lange tijd een hekel gehad aan alles wat met biseksualiteit te maken heeft, en worstelde ik meer met het idee op verschillende geslachten te vallen dan ik deed met het idee op vrouwen te vallen. Grotendeels kwam dat door vooroordelen die erin waren geslopen toen ik in mijn ‘lesbische fase’ zat. Zo herinner ik me een video van youtuber Arielle Scarcella – die tot mijn onvrede nog steeds online staat – waarin lesbiennes gevraagd wordt naar hun associaties met biseksuele vrouwen (greedy and confused) en een Whatsappgroep, nota bene ontstaan uit de Zootjes op Expreszo, waar spottende en ronduit gemene dingen werden gezegd over bi’s. Als beïnvloedbare puber vormde dit mijn blik op biseksualiteit en daarmee ook mijn zelfbeeld. Ik besteedde een groot deel van mijn puberteit aan mezelf distantiëren van andere biseksuelen, dacht dat alle bi’s nep en aandachtsgeil waren, en zag mezelf als een soort überbi, de enige oprechte variant. Nu ik ouder en wijzer ben, en andere biseksuele mensen wel serieus neem, kom ik erachter dat andere bi’s in hun jeugd soortgelijke sentimenten hebben gehad. En omdat zoveel biseksuelen die ervaring hebben, blijft het gevoel van gemeenschap uit.
“Ik was een ‘überbi’: de enige oprechte variant”
Als er inmiddels dingen veranderd zijn in mijn relatie met mijn eigen seksualiteit, ligt dat meer aan een verschuiving van mijn algemene wereldbeeld, dan aan enorme vooruitgang op het gebied van bi-acceptatie. Ik ben niet meer bang om gezien te worden als een slet, want seksueel actief zijn is niks om je voor te schamen, en ik veroordeel andere bi’s niet, want ik probeer zo min mogelijk te oordelen over andermans identiteit. Voel ik mezelf comfortabel bij het label? Nog niet helemaal. Ik verstop me regelmatig achter paraplutermen, en als mijn seksualiteit ter sprake komt, spring ik al bijna in de verdediging voor iemand iets heeft gezegd. Op dagen dat ik meer naar mannen neig dan naar vrouwen, word ik overspoeld door negatieve gedachten. ‘Zie je wel’, zegt een stemmetje in mijn hoofd, ‘je bent wél gewoon hetero. Je bent een aansteller, jij mag jezelf helemaal geen deel van de LHBTplusgemeenschap noemen.’
“Op dagen dat ik meer naar mannen neig dan naar vrouwen, word ik overspoeld door negatieve gedachten”
Dat laatste gevoel wordt versterkt door hoe ik mijn positie in die gemeenschap ervaar. Waar ik bij hetero’s vooral een combinatie van onwetendheid en verkeerde verwachtingen tegenkom (‘Is het niet gewoon een fase?’ ‘Doe je dan trio’s?’) proef ik in de reactie van homoseksuele en lesbische vrienden en kennissen soms iets scherpers. Ik heb zo nu en dan het gevoel dat zij geen plaats voor mij zien in hún community. Want ja, biseksuelen kunnen toch gewoon meeliften op alle heteronormativiteit? Tuurlijk, het is makkelijker voor mij om op te gaan in een op hetero’s gerichte maatschappij: ik kan me verplaatsen in een heteroseksuele verhaallijn in films en boeken, ik kan in elke willekeurige bar terecht voor een scharrel en ik zou in theorie de rest van mijn leven gelukkig kunnen zijn in een heteroseksuele relatie. Maar ik bén geen hetero, en de wetenschap liegt er niet om: voor bi’s is het nog best lastig om hun plek in de samenleving te vinden. Het zou daarom des te fijner zijn als een gemeenschap die trots is op haar openheid en acceptatie bi’s wat meer ruimte zou kunnen geven om zichzelf te zijn, zonder hen te belasten met normen en vooroordelen over seksualiteit en relaties. Zodat die B in LHBT+ daar ook met recht mag staan.
“In een gemeenschap die trots is op haar openheid en acceptatie kunnen bi’s wel wat meer ruimte krijgen”
- Bradford Mary. ‘The Bisexual Experience: Living in a Dichotomous Culture’ Current Research on Bisexuality. New York, Harrington Park Press, 2004.