Beste Linda en Özcan Akyol,

In het zomernummer (217) van de Linda kwam ik tot mijn teleurstelling anti-transgender gedachtegoed van Özcan Akyol tegen. Vreemd voor een merk dat zich als LHBTQIA+-inclusief voordoet door bijvoorbeeld in datzelfde nummer Loiza Lamers op de cover te zetten. Een uitstekend voorbeeld van regenboogkapitalisme. Ook inhoudelijk is dit deel van het interview een uitstekend voorbeeld van anti-transgender gedachtegoed in het publieke gesprek rondom gender. Genoeg reden om het goed onder de loep te nemen.

De interviewer vraagt hierin aan de heer Özcan Akyol

Zit er ook idealisme achter om juist het conflict op te zoeken in plaats van meer voorzichtigheid te betrachten? Naar aanleiding van de ophef over dat je geen ‘menstruerende vrouwen’ meer mag zeggen, maar ‘menstruerende mensen’, schreef je: ‘Een kleine groep radicale wereldverbeteraars is bezig om overal te speuren naar vermeende misstanden. Wie niet met hen meedoet, wordt uitgemaakt voor seksist, racist of transfoob. Zij claimen het vermeende leed van mensen met een migratieachtergrond en treden ongevraagd op als hun woordvoerders, terwijl zij dit probleem zelf niet ervaren, nog aangesteld werden om naar het discussiefront te gaan (…) Het resultaat is dat de polarisatie groeit, en dat is wel ironisch, want de demonstranten willen juist dat mensen zogenaamd bij elkaar komen.

Inclusief taalgebruik

Hierin vallen een aantal dingen op. Door het gesprek over ‘menstruerende vrouwen’ of ‘menstruerende mensen’ te formuleren als ophef heeft de discussie meteen een negatieve connotatie. Ook “dat je geen menstruerende vrouwen meer mag zeggen” impliceert direct iets negatiefs, een verbod of beperking. Het statement dat ‘je tegenwoordig niks meer mag zeggen’, waar deze formulering aan refereert, is simpelweg niet waar. De vrijheid van meningsuiting wordt niet beperkt. Taal is constant is beweging en momenteel is er een gesprek gaande over hoe taal inclusiever kan zijn. Inclusief zijn is geen verplichting, maar discriminatie is wel verboden. Waar de scheidslijn hiertussen ligt, is een complex vraagstuk aangezien niet iedereen hetzelfde referentiekader heeft. Wat door de één niet als discriminatie wordt beschouwd, kan door een ander wel zo worden ervaren. Zoals de heer Akyol ook beschrijft in het geval van mensen die ongevraagd en zonder relevante ervaring optreden als woordvoerders voor mensen met een migratieachtergrond, is het belangrijk dat er geluisterd wordt naar de mensen om wie het gaat. Uiteraard denkt ook niet iedereen in een gemeenschap hetzelfde over alles, maar vaak ontstaat er uiteindelijk een algemene consensus. Dit kan voor mooie veranderingen zorgen, zoals het gebruik van ‘mensen met een migratieachtergrond’. In plaats van de voorheen stereotyperende en stigmatiserende omschrijvingen voor mensen met deze ervaring. 

Naast de negatieve connotatie die in de vraagstelling aan het gesprek over inclusief taalgebruik wordt gegeven, is er ook voor gekozen om opnieuw te publiceren wat de heer Akyol hier eerder over heeft geschreven. Hij benoemt hierbij dat “wie niet met hen meedoet, wordt uitgemaakt voor seksist, racist of transfoob.” Ook hierbij kan de scheidslijn tussen wat wel of niet seksistisch, racistisch of transfobisch is een complex vraagstuk zijn. Wat niet complex is, is dat een man niet de ervaring heeft om te bepalen wat seksistisch is, een wit persoon niet de ervaring heeft om te bepalen wat racistisch is en een cisgender persoon niet de ervaring heeft om te bepalen wat transfobisch is. Wanneer iets ook juridisch als discriminatie wordt beschouwd is aan het rechtssysteem. Of je inclusieve taal wilt gebruiken of niet, is aan een ieder. De heer Akyol heeft de vrijheid om ‘menstruerende vrouwen’ te zeggen in plaats van ‘menstruerende mensen’. Hij is hiermee niet inclusief naar transgender mannen en nonbinaire personen die menstrueren, zoals ik, wat ik dan weer in vrijheid mag zeggen. Daarbij wil ik ook gebruik maken van mijn vrijheid van meningsuiting om te zeggen dat ik het ironisch vind de heer Akyol de groeiende polarisatie aan ‘de demonstranten’ toeschuift, aangezien hij zelf ook polariserende uitspraken doet. 

Het antwoord van Özcan Akyol op de vraag is als volgt gepubliceerd

Tot voor kort was ik welwillend om erin mee te gaan, totdat ik de hysterie (1) rondom deze woke-beweging ineens zag. In die column schreef ik dat het mensen met een roombl*nke (2) huid zijn die zich over mij ontfermen – een persoon met een migratieachtergrond. Het is wel erg betuttelend en eigenlijk racistisch om te denken dat ik niet voor mezelf kan opkomen. Daarbij is het gewoon een trend. Waar je vroeger gothic werd, ga je nu in transitie. De zoon van een collega van Anna zit in een klas waar acht jongens en meisjes in transitie zijn. Dat kan je niet meer serieus nemen, dus dan moet je dat benoemen in plaats van je te laten gijzelen door het narratief dat we niet genoeg bezig zijn met genderproblematiek (3). Als je op je zeventiende gothic werd, deed je gewoon andere kleren aan, als je een geslachtsverandering (4) ondergaat is de weg terug heel moeizaam. Het beklemmende en verstikkende is dat je dat gesprek niet meer kunt voeren, want de reactie is al heel snel dat je geen empathie hebt.

Transgender mensen zijn geen probleem

Om de heer Akyol gerust te stellen, ik vind niet dat u geen empathie heeft en heb de illusie dat ooit iedereen empathie voor elkaar zal hebben al lang losgelaten. In de reactie van de heer Akyol valt me ten eerste op dat hij verband legt tussen heel verschillende dingen. Özcan stelt dat het ongevraagd betuttelen van mensen met een migratieachtergrond een trend is. Zonder enige relevantie aan dit racistische gedrag, stelt hij dat in transitie gaan ook een trend is. Naast irrelevant is dit tevens onjuist en het publiceren ervan is kwalijk. In transitie gaan is een zeer langdurig proces met een huidige wachtlijst van jaren en een psychologisch traject van minimaal maanden. Niemand krijgt genderbevestigende zorg zonder groen licht van meerdere medische professionals, over betuttelend gesproken. Daarbij wordt er geen genderbevestigende zorg gegeven aan minderjarigen zoals de heer Akyol impliceert. Voor minderjarigen kun je een transitie dus eigenlijk heel goed vergelijken met gothic worden. Ze dragen andere kleding, willen mogelijk anders aangesproken worden en krijgen indien gewenst met toestemming van de ouders pubertijdsremmers. Deze pubertijdsremmers stellen lichamelijke veranderingen van de puberteit uit tot je er mee stopt. Hierdoor kan iemand op een dragelijke manier wachten tot volwassenheid met eventuele genderbevestigende zorg. Het komt dus niet voor dat jongeren als trend overhaast in onomkeerbare transitie gaan, hopelijk is dat een zorg minder!

Naast bovenstaande onjuiste implicatie heb ik ook mijn vraagtekens bij de uitspraak “De zoon van een collega van Anna zit in een klas waar acht jongens en meisjes in transitie zijn.” Uit het meest recente onderzoek van het SCP blijkt dat 3,9% van de Nederlandse bevolking zich niet identificeert met het geslacht toegewezen gekregen bij geboorte. Onder jongeren ligt dit percentage lager. Acht kinderen in een klas van vijfendertig is 22,9%. Ik vraag me af of deze uitspraak is geverifieerd, het zou kwalijk zijn om een dergelijke uitspraak zomaar te publiceren. Ongeacht om hoeveel leerlingen het gaat, blijkbaar is deze klas een veilige omgeving waarin kinderen openlijk durven te onderzoeken wat hun genderidentiteit is. Ik zou het dan ook geen ‘genderproblematiek’ willen noemen, zoals de heer Akyol het bestempelt. Het in vrijheid je identiteit kunnen onderzoeken en ontwikkelen is juist mooi, je gender is daar een onderdeel van, voor zowel trans als cisgender personen.  

In conclusie

De vraag en de gepubliceerde uitspraken van Özcan Akyol door de Linda dragen bij aan het groeiende anti-transgender gedachtegoed in Nederland. Voor een merk dat zichzelf als inclusief voordoet naar de transgender gemeenschap, door bijvoorbeeld een trans persoon op de cover te zetten, is dit zeer kwalijk. Alleen een podium geven aan mensen uit een gemarginaliseerde groep, maar diezelfde groep niet steunen als het erop aankomt is geen goed allyship. Als je niet echt achter de LHBTQIA+-gemeenschap staat, maar voor commercieel belang wel doet alsof, heet dat regenboogkapitalisme en we don’t want it. Uit discriminatiecijfers van de overheid blijkt dat discriminatie en geweld tegen trans personen al jaren stijgende is, terwijl de aangiftebereidheid onder de gemeenschap erg laag is. De lange wachttijden voor genderbevestigende zorg in combinatie met het groeiende anti-transgender gedachtegoed, zorgt voor meer depressies en suïcidale gedachten binnen de transgender gemeenschap ten op zichtte van de algemene Nederlandse bevolking. Ik ben niet onder de indruk dat het merk Linda hieraan wil bijdragen, dat is met het publiceren van deze vraag en antwoord helaas wel gebeurd.

Mierenneuken met taal

(1) Het woord ‘hysterie’ heeft een seksistische geschiedenis. ‘Hystera’ is het Griekse woord voor ‘baarmoeder’. ‘Hysterie’ werd gebruikt om vrouwen als overgevoelig en te emotioneel te omschrijven. Doktoren gaven het als diagnose waarmee een vrouw als onbekwaam werd verklaard.

(2) In de context is het begrijpelijk dat er gekozen is om het woord ‘(room)bl*nk’ te gebruiken. Toch heb ik ervoor gekozen om het woord ‘bl*nk’ niet volledig over te nemen. Het woord heeft een racistische geschiedenis om witte mensen als superieur te omschrijven en de slavernij te verantwoorden. 

(3) Gender is geen probleem, het gebrek aan acceptatie rondom genderdiversiteit wel.

(4) Het woord ‘geslachtsverandering’ insinueert dat je verandert naar een geslacht/gender dat je niet bent. Als trans man/vrouw/nonbinair ben je echter man/vrouw/nonbinair, dus gaat het om genderbevestigende zorg. 

Over de auteur(s)

Schrijf mee

Wil jij helpen met het creëren van leuke content voor en door LHBT+? Bekijk hieronder onze vacatures.

Kiss & Tell: Het queer boyband boek

De leadzanger van de boyband Kiss & Tell gaat daten met de drummer van zijn voorprogramma. Aimee bespreekt het verhaal en de representatie vanhet boek Kiss & Tell.

Geen popartiest maar protestzangeres: Sinéad O’Connor

Sinéad O’Connor wilde geen popartiest, maar protestzangeres worden. Daar is ze in geslaagd: ze heeft zich uitgesproken voor gemarginaliseerde groepen waaronder de LHBTQIA+-gemeenschap en daarmee laten zien dat gerechtigheid haar meer waard was dan haar carrière.

Opinie

De nieuwe mannelijkheid

Hoofdredacteur Rocher schrijft in dit artikel over het concept van mannelijkheid naar aanleiding van een weekend over gender gerelateerd geweld waaraan hij deelnam.

Lees verder »