Angela de Jong besloot onlangs weer los te gaan in haar dagelijkse column over wat ze op tv had gezien. Tv-programma Paleis voor een Prikkie heeft twee nieuwe presentatoren. Angela vindt dat deze ‘hysterische’ homo’s plaats moeten maken voor de “huis- tuin- en keukenhomo”. Blijkbaar mag er van haar maar een select gezelschap van de LHBT+-gemeenschap op tv.
In die column deelt ze haar ongezouten mening over dat nieuwe duo. Ze zijn homo en dat zorgt ervoor dat Angela “regelmatig medelijden heeft met alle jonge jongens in Nederland die nog aan het uitvogelen zijn hoe het zit met hun geaardheid”. Angela doet alsof ze begaan is met al deze jonge jongens. Als ik echter kijk naar wat ze precies zegt, boeien die jonge jongens haar niks. Ze wil gewoon lekker controversieel zuur zijn.
Eerst spreekt Angela over hoe jongens “maar denken dat ze homo zijn” en “voor rolmodellen afhankelijk zijn van tv”. Hier gaat ze al flink de mist in. Angela verwoordt het alsof homo-zijn een fase is. De passage erna klopt wel als een bus: velen van ons zijn afhankelijk van rolmodellen, en de meesten zagen we vroeger op tv. Ik dacht bijna dat ze weer een goed punt zou maken, maar vervolgens schreef ze “alle homo’s die je daar tegenkomt [op tv] zijn van die overdreven hysterische types in glitterjasjes of die praten over strandmake-up achter de desk van Boulevard”. Wederom sloeg ze de plank mis. Je zou verwachten dat Angela, een echte tv-kenner, weet dat veel aangedikt wordt voor allure en hoge kijkcijfers. Wat we op tv zien, is vaak amper een weerspiegeling van de realiteit. Dat Angela doet alsof dit de enige soort homo’s op tv zijn, vond ik erg vreemd.
We kunnen die specifieke homo jongens, en LHBT+’ers in het algemeen, niet verwijten dat ze het podium opgaan als ze dat aangeboden krijgen. Anno 2020 is het nog steeds moeilijk om een dergelijk platform te krijgen als je tot een gemarginaliseerde groep behoort. Want daar behoren LHBT+’ers sowieso nog steeds toe. Kijk hoe vaak per jaar we moeten horen dat het zoveelste homostel uitgescholden, in elkaar geslagen of zelfs neergestoken is. Wat we absoluut niet nodig hebben, is Angela de Jong die de representatie die we hebben volledig de grond inboort.
Ik geloof sowieso niet dat Angela het echt goed met ons voor heeft. In hetzelfde stuk zegt ze dat “een gewone huis- tuin- en keukenhomo” met “lampjes” gezocht moet worden. Als Angela het goed met ons voorhad, zou ze ons niet omschrijven als een speciale editie van een Barbie-pop. Als ze echt met ons begaan was, zou ze niet impliceren dat alleen de huis- tuin- en keukenhomo, wat waarschijnlijk de heteronormatieve variant van de homoman is, op tv gezien moet worden. Want mensen zouden maar afwijken van hoe mensen zoals Angela de wereld willen zien.
Representatie is inderdaad erg belangrijk, en we moeten de diversiteit van onze gemeenschap meer laten zien. We kunnen immers niet zijn wat we niet zien. Een goede representatie kan bijdragen aan de zelfacceptatie van jonge LHBT+’ers. Maar waarom moet het een ten koste gaan van een ander? Waarom moet de ‘Boulevard-homo’, aldus Angela, ingeruild worden voor de ‘huis- tuin- en keukenhomo’? Het enige wat we daarmee bevestigen en faciliteren, is dat we beperkt plek hebben en elkaar de tent zouden moeten uitvechten voor dat stukje ruimte. Wat het ook weer bevestigt, is dat in de samenleving eigenlijk alleen maar plaats is voor de ‘gewone’ homo. Waarom krijgen we niet méér ruimte zodat we kunnen laten zien dat elke ‘versie’ van ons er mag zijn? Dát lijkt me pas iets om lekker controversieel over te schrijven.