6 witte, lege labels op een rode achtergrond
Foto door Eva Elijas via Pexels

Alle hokjes te buiten

Eind april was ik bij de voorstelling (S)experiment van Kirsten van Teijn. In deze voorstelling vertelt zij open en met een vleugje humor over haar relatie met een man en een vrouw. Polyamorie zou je het kunnen noemen, maar dat is nu juist waar het een groot deel van de voorstelling om draait: waarom wordt iedereen in hokjes geplaatst? Hoeveel vrijheid heb je daarbinnen eigenlijk? En wat als je identiteit verandert, ben je dan ineens niet meer welkom in dat hokje?

Deze vragen houden mij ook al langer bezig. Eigenlijk al vanaf het moment dat ik voor het eerst ontdekte dat ik wel eens queer zou kunnen zijn. “Ben jij een pot?”, vroeg het meisje dat naast mij zat in de tweede klas van de middelbare school. Ik wist niet wat ze bedoelde, maar ik wist zeker dat het een belediging was. We zaten noodgedwongen naast elkaar en praatten nooit. En als ze al iets zei, was het vrijwel altijd kwetsend bedoeld. Ik schudde uiteindelijk mijn hoofd en richtte me op de les, in een poging het gesprek af te kappen. Thuis zocht ik gelijk op de computer wat het woord betekende. De betekenis die ik toen vond, zal niet veel anders geweest zijn dan het eerste zoekresultaat dat ik nu krijg:

“Een pot is een ander woord voor lesbische vrouw: als je als meisje op meisjes valt. Het woord ‘pot’ is zowel een scheldwoord als een geuzennaam: een woord dat lesbische meisjes/vrouwen zelf op een positieve manier gebruiken.”

Fast forward naar zo’n tien jaar later en ik weet nog steeds niet of ik een ‘pot’ ben. Dat ik op vrouwen val, daar ben ik inmiddels achter. In theorie maakt me dat een lesbienne. Maar zijn andere personen dan uitgesloten? Dat gevoel heb ik niet. Ik denk dat ik in theorie op iedereen zou kunnen vallen, maar in praktijk heb ik eigenlijk alleen maar met vrouwen en non-binaire personen gedatet. Zijn mannen dan bij voorbaat helemaal uitgesloten? Ik kan me op dit moment niet voorstellen dat ik verliefd zou worden op een man, maar die deur staat niet dicht of is in elk geval niet op slot. En als er dan een man aanklopt, stuur ik hem dan weg?

Op dit moment zou dat wel van mij verwacht worden. Ik zit namelijk in een fijne, gezonde relatie met mijn partner. Als er dan een ander in het spel komt, is het natuurlijk gedaan met die relatie. Monogamie is de norm, daar kom je niet onderuit. Terwijl we vreemdgaan heel normaal vinden en terwijl singles niet hoeven uit te leggen waarom ze elke week een andere bedpartner hebben, verandert de zaak ineens als je dat in overleg met je partner doet. En ik snap het ook wel, ik zou ook niet weten waar ik de tijd vandaan moet halen als ik een tweede partner zou hebben. En toch schuurt het bij mij, waar is de vrijheid van seksualiteit van een aantal decennia geleden gebleven?

Alles een label geven is makkelijk en maakt het leven overzichtelijk. En een ander groot voordeel is dat je gemakkelijk gelijkgestemden kan vinden. Je kan je aansluiten bij WhatsApp- of Facebook-groepen speciaal opgericht voor mensen uit hetzelfde hokje als jij. De schaarse evenementen die voor queer personen worden georganiseerd, zijn vaak specifiek voor één van de letters uit de LHBTQIA+-afkorting. Net als veel andere queer jongeren ben ik ook op zoek naar herkenning, naar mensen zoals ik. Als ik erover nadenk, voel ik me vaak eenzaam in mijn gevoel. Het lijkt alsof iedereen een hokje moet hebben en daar vooral ook in moet blijven passen.

Zonder hokje val je overal buiten en ben je alleen. Het voelt alsof ik tussen wal en schip val. Ik voel met niet verbonden met het label ‘lesbisch’, maar ik zou mezelf ook niet ‘bi’ willen noemen. Ik ben oké met mijn gender, maar heb soms moeite om mezelf als vrouw te omschrijven. En polyamorie voelt voor mij als natuurlijk, maar ik kan me niet inbeelden hoe dat dan in praktijk zou zijn. 

Je zou me een twijfelaar kunnen noemen, in die zin een stereotype bi-persoon. Iemand die niet kan kiezen tussen het één of het ander en wiens identiteit bepaald is aan de hand van hun meest recente of huidige relatie. Maar dat is het niet. Ik twijfel niet over mijn identiteit, over wie ik ben en wie niet. Ik ben er, ik leef. Los van wat ik doe, op wie ik val of hoe ik mij op dit moment voel, besta ik. Voor mij zijn er geen zelfstandige naamwoorden nodig om te vertellen wie ik ben. Ik ben geen kunstenaar, ik maak kunst. Ik ben geen kattenmens, maar ik hou van katten. En bovenal ben ik niet lesbisch of bi of whatever, ik word verliefd en op wie maakt niet uit.

Dat is precies wat ik ook voelde toen ik in de theaterzaal zat, samen met een handjevol geïnteresseerde queer personen en een hoop ouderen met hun theaterabonnementen. Maar ik voelde me gezien, gehoord en begrepen. Ik herkende me in wat ik op het podium zag en hoorde en ik ben sindsdien niet meer gestopt met filosoferen over mijn identiteit. En ik vind het heerlijk om zo vrij te kunnen zijn.

Over de auteur(s)

Schrijf mee

Wil jij helpen met het creëren van leuke content voor en door LHBT+? Bekijk hieronder onze vacatures.

Kiss & Tell: Het queer boyband boek

De leadzanger van de boyband Kiss & Tell gaat daten met de drummer van zijn voorprogramma. Aimee bespreekt het verhaal en de representatie vanhet boek Kiss & Tell.

Geen popartiest maar protestzangeres: Sinéad O’Connor

Sinéad O’Connor wilde geen popartiest, maar protestzangeres worden. Daar is ze in geslaagd: ze heeft zich uitgesproken voor gemarginaliseerde groepen waaronder de LHBTQIA+-gemeenschap en daarmee laten zien dat gerechtigheid haar meer waard was dan haar carrière.

Achtergrond

Hete Thee Met Rocher: Het ‘gave’ Nederland

In de rubriek ‘Hete Thee Met Rocher’ bespreekt hoofdredacteur Rocher elke maand een ander onderwerp naar aanleiding van de actualiteiten. Deze maand schrijft hij over hoe de discriminatie van LHBT+-personen ook geïnstitutionaliseerd is in Nederland en op welke vlakken dit duidelijk zichtbaar is.

Lees verder »