Taal
Jason Leung

De invloed van taal op ons denken

Taal wordt vaak gezien als communicatiemiddel, als enkel de boodschapper van informatie. Dat is het natuurlijk óók, maar in dit artikel laten we zien dat taal veel meer is dan dat. Zo vinden woorden als queer, flikker, mietje en pot hun oorsprong in een periode waarin er niet bepaald positief gedacht werd over bepaalde seksualiteiten. Deze woorden worden in onze huidige taal dan ook nog vrij gemakkelijk gebruikt als scheldwoorden, terwijl ze oorspronkelijk refereren naar de homoseksuele identiteit. Ook het koloniale verleden heeft nog altijd een nasleep op onze taal. Door middel van voorbeelden zal in dit artikel duidelijk worden hoe taal niet enkel een communicatiemiddel is, maar ook macht en cultuur reflecteert.

Taal verandert je ziens- en denkwijze

Taal is onlosmakelijk verbonden met cultuur. Het bepaalt daarmee voor een groot deel hoe je naar de wereld kijkt en betekenis geeft aan wat je in die wereld ziet. Daarmee is taal niet alleen een middel om een boodschap over te brengen, maar is het veel meer dan dat. Een voorbeeld hiervan is de manier waarop verschillende talen andere namen geven aan kleur. De Russische taal beschikt bijvoorbeeld over twee totaal verschillende woorden voor blauw. Zo is de vertaling van lichtblauw in het Russisch ‘goluboy‘ en donkerblauw ‘siniy‘. Door middel van taal wordt dit verschil al van jongs af aan aangeleerd. Een Russische spreker zal daardoor veel sneller opmerken wanneer een object van lichtblauw naar donkerblauw verspringt. Het maken van een specifiek onderscheid in taal zorgt er dus voor dat bepaalde objecten, die voor mij dezelfde kleur hebben, in een andere taal worden gecategoriseerd als totaal verschillend van elkaar. 

Dat klinkt misschien als een klein onderscheid, maar het illustreert perfect hoe taal een directe invloed heeft op de manier van denken en zien. Kleur is echter maar één van de vele voorbeelden waarop taal een manier van kijken en/of denken beïnvloed. Ook in de manier waarop men kijkt naar gender en seksualiteit vinden we verschil in talen. Taal is daarnaast niet alleen verbonden met cultuur, maar ook met macht.

Taal en macht

Michel Foucault is één van de filosofen die laat zien dat taal niet los te koppelen is van macht. Taal kan mensen op een impliciete of onbewuste manier buiten sluiten. Taal zorgt ervoor dat mensen in hokjes gestopt kunnen worden waarna de maatschappij ze vervolgens kan categoriseren als gek, vreemd of afwijkend van de norm. Dit is precies waar macht een rol begint te spelen. Wanneer je mensen categoriseert als gek of afwijkend van de norm biedt dat namelijk de ruimte om als ‘normaal’ mens (niet afwijkend van de norm) macht uit te oefenen op de ‘vreemde’ mens. 

Voor veel van jullie klinkt dit misschien vaag, maar het wordt specifiek wanneer we het hebben over homoseksualiteit. Zo heeft Foucault het in zijn teksten over een geschiedenis waarin mannen wel seks hadden met andere mannen, maar nog niet benoemd werden als homoseksueel. Tot 1860 viel homoseksualiteit onder de term ‘sodomie’. Als je als man seks had met mannen was dat geen deel van je identiteit, maar een seksuele handeling. In het grootste deel van de tijd werd je hier wel voor gestraft, maar leidde het niet tot een afkeuring van jou als persoon. Het ontstaan van o.a. het woord ‘homoseksueel’ in 1860 zorgde er volgens Foucault voor dat dezelfde mannen konden worden gezien als vreemd en afwijkend van de norm. Dit gaf heteroseksuelen, die gezien werden als ‘normaal’, vervolgens de macht om homoseksuelen af te keuren. Homoseksualiteit werd in die tijd dan ook gecategoriseerd als een psychische aandoening. Dit is pas in 1973 uit de DSM, het handboek voor psychiaters en psychologen, gehaald.

Woorden waar je het een en ander over moet weten

Ook vandaag de dag ervaren we nog de nasleep van deze macht in onze taal. Zo worden bepaalde woorden in scheldvorm gebruikt, terwijl deze in oorsprong verwijzen naar verschillende LHBT+-identiteiten. Hieronder vind je daarom een lijst met woorden waarvan het van belang is de oorsprong/betekenis te weten.

Flikker & Mietje

De woorden ‘mietje’ en ‘flikker’ worden expliciet gebruikt als scheldwoorden, terwijl ze inherent verwijzen naar de homoseksuele identiteit. Beide woorden stammen af van het woord ‘sodemieter’ en ‘sodeflikker’. Misschien was het je al opgevallen, maar hierin zit het eerder genoemde woord ‘sodomie’ verstopt. Sodomie verwijst niet alleen naar seksuele handelingen in een periode waarin homoseksualiteit nog geen woord was. Het heeft een nog veel bredere en negatievere lading. Het verwijst namelijk naar alles wat gezien werd als onnatuurlijke seks. Sodomie verwijst daarmee niet alleen naar een bepaalde seksuele handeling, maar bestempeld deze ook als een zonde. Het schelden met ‘mietje’ of ‘flikker’ is dus ongepast. Het woord ‘mietje’ wordt daarnaast gebruikt wanneer het gaat over een ‘zwakke’ of ‘vrouwelijke’ man. Dit brengt naast negatieve associaties met homoseksualiteit ook een bepaald beeld van mannelijkheid met zich mee. Zo schept het een idee dat alle homoseksuele mannen vrouwelijk zijn en dat dit iets is wat je niet moet willen.

Queer 

Ook ‘queer’ had in eerste instantie een negatieve associatie. Zo verwijst het woord ‘queer’ in het Engels naar ‘raar’ en/of ‘vreemd’ en tegelijkertijd naar ‘alles wat niet heteroseksueel is’. Bij dit woord zien we dan ook overduidelijk de macht van taal waar Michel Foucault over sprak. LHBT+-identiteiten worden in taal geassocieerd met vreemd en daarmee afwijkend van de norm. Iets wat ervoor zorgt dat een heteroseksueel persoon zichzelf categoriseert als ‘normaal’ en daarmee de norm. In de Engelse taal werd ook ‘queer’ daarom veelal gebruikt als scheldwoord.

Ondertussen heeft de LHBT+-gemeenschap dit woord echter grotendeels toegeëigend. Binnen de gemeenschap staat het voor alles wat buiten de binaire hokjes man/vrouw of hetero/homo bestaat en staat het los van enige negatieve associaties.

Pot

Een ander woord wat de LHBT+-gemeenschap steeds vaker toeëigent is het woord ‘pot’. Ook dit woord heeft vaak een negatieve associatie. Zo wilde ook ik vroeger ten alle tijden voorkomen dat mensen mij ‘pot’ zouden noemen. Mijn omgeving (inclusief ik) zagen pot zijn veelal als iets bespottelijks.

De term ‘pot’ verwijst naar een lesbische vrouw die zich vaak eerder mannelijk dan vrouwelijk gedraagt. Oorspronkelijk stamt het woord af van de ‘lollepot’, een pot met gaatjes waarmee vrouwen vroeger hun onderlichaam warm hielden. Misschien een ietwat seksistische oorsprong, maar in mijn oren klinkt het toch best verwarmend. Geen reden voor een negatieve lading dus. Ook voor ‘pot’ geldt echter nog steeds dat het gezien kan worden als scheldwoord. Het wordt dan ook vooral gebruikt door mensen die zichzelf identificeren als lesbisch. 

Nohomo

Ook in minder directe zin zien we hoe taal effect heeft op de manier waarop er naar seksualiteit gekeken wordt. Zo zeggen cis-gendered mannen onderling vaak ‘nohomo’ tegen elkaar wanneer ze elkaar een knuffel geven of een andere vorm van liefde tonen. Ook wanneer zij zogenaamd vrouwelijke dingen doen als shoppen, gebruikt men deze loze term vaak. Dit wordt vaak niet kwaad en als grapje bedoeld, maar zorgt ervoor dat mensen homoseksueel zijn zien als iets wat je liever wilt vermijden.

Het N-woord

Niet alleen op het gebied van gender en seksualiteit zien we hoe taal en macht met elkaar verbonden zijn. Dit is ook te zien in woorden die verwijzen naar een bepaalde huidskleur. Queer en LHBT+ personen komen in vele kleuren, dus het kijken naar taal rondom dit onderwerp is ook hier van belang. Zo heeft het koloniale verleden, waar de Black Lives Matter-beweging ons op het moment gelukkig in veelvoud confronteert, een jargon achtergelaten waarvan we de beladen oorsprong niet altijd beseffen. 

Zo weten we ondertussen al wel een tijdje dat het n-woord absoluut not done is. Dit begrip komt uit de slavenhandel, waarin dit duidde op een tot slaafgemaakte die door witte mensen verhandeld werd. Het verwijst daarmee naar een periode waarin zwarte mensen onmenselijk behandeld werden. Not done dus, ook niet als grapje. 

Blank

Wat minder mensen weten, is dat ook het woord ‘blank’, wanneer we verwijzen naar een wit persoon, geen neutraal begrip is. Het woord ‘blank’ wordt vaak geassocieerd met iets wat schoon en puur is. Dit laat doorsijpelen hoe witte mensen voor lange tijd gezien werden als superieur aan zwarte mensen. Net als bij de bovengenoemde woorden rondom seksualiteit laat het zien hoe een bepaalde groep wordt gezien als ‘normaal’ (en in dit geval zelfs rein). Dit zet de andere groep automatisch neer als afwijkend hiervan. Door ‘blank’ te veranderen in ‘wit’ wordt wit ook een kleur, wat de ene groep niet meer superieur maakt aan de andere. Daarnaast neemt het vermijden van ‘blank’ als verwijzing naar een wit persoon de associatie van witte personen als rein en superieur aan anderen voor een groot deel weg. 

Rondom het koloniale verleden zijn dit echter maar twee van de vele begrippen waar je rekening mee kunt houden op het gebied van taalgebruik. Als je hier meer over wilt weten kun je bijvoorbeeld kijken naar de gids van het Tropenmuseum, het taaldossier van OneWorld of de (incomplete) stijlgids van Women Inc.

Taal zonder gender

Niet alleen woorden binnen een bepaalde taal illustreren een vorm van macht. Ook het bestaan van een ‘wereldtaal’ als Engels illustreert hoe witte mensen (die altijd al Engels spraken) zich lange tijd superieur waanden ten opzichte van zwarte mensen. Het koloniale verleden zorgde ervoor dat Engels en/of Nederlands in veel gebieden de hoofdtaal werd. Dat verwoestte niet alleen de taal, maar ook de cultuur van gekoloniseerde gebieden. Oyèrónké Oyěwùmí laat zien hoe de Yoruba-cultuur waarin zij opgroeide geen vertaling heeft voor de genders ‘man’ en ‘vrouw’. Er bestaat dus al eeuwenlang een taal zonder gender, een taal die door mijn witte voorouders in het koloniale verleden helaas in grote mate de kop in is gedrukt. Engels nam in de meeste gebieden de overhand en nog maar weinig mensen spreken Yoruba. Oyèrónké Oyěwùmí laat hiermee zien dat de binaire genderverdeling een Westers construct is, oftewel bedacht door de Westerse maatschappij. 

En ook in Bolivia zien we eenzelfde soort patroon. Zo spreekt het Aymara-volk van meer dan twee genders, waardoor de (hiërarchische) verdeling man/vrouw in die cultuur niet bestaat.  Dit valt echter niet te vertalen naar het Engels of Spaans in het geval van Bolivia, wat maakte dat deze manier van kijken naar gender verwaterde. Evo Morales, de voormalig leider van Bolivia, zag in het verdwijnen van de Aymara-taal echter ook een probleem. Hij zorgde er daarom voor dat Aymara in Bolivia een officiële taal werd.

Koloniaal verleden in een LHBT+ magazine?

Ook voor een LHBT+-magazine is het belangrijk om het koloniale verleden te belichten. Zonder zwarte mensen en mensen van kleur hadden wij nu niet de gemeenschap die we vandaag hebben. Pride is ontstaan uit protesten waarin iconen als Marsha P. Johnson en Zazu Nova een grote hoofdrol speelden. Beide identificeerden zichzelf als zwarte trans personen, een identiteit die in de huidige maatschappij nog altijd kwetsbaar is.

Daarnaast benadrukten we in een eerder artikel over intersectionaliteit dat deze identiteitscategorieën niet los van elkaar te zien zijn. Zo krijgen zwarte queer personen per definitie met andere vormen van discriminatie te maken dan witte queer personen. Het is daarom van belang om ook binnen de LHBT+-gemeenschap aandacht te besteden aan de invloed van het koloniale verleden, in dit geval op onze taal. 

Positieve veranderingen

Gelukkig blijft de taal zich in positieve zin veranderen en zien steeds meer bedrijven het belang van deze verandering in. Zo spreekt de NS ondertussen niet meer van ‘dames en heren’, maar van ‘beste reizigers’ wanneer zij iets aankondigen. Iets wat voor veel mensen die zich niet identificeren als ‘man’ of ‘vrouw’ betekent dat ook zij zich gezien voelen. Het NOS koos er daarnaast in 2018 al voor om het woord ‘blank’ te vervangen door ‘wit’ in hun nieuwsberichten. Iets wat na veel ophef nu gelukkig ook steeds meer andere nieuwsmedia beginnen over te nemen. 

Laten we een beetje (inclus)lief zijn voor elkaar

Onze taal is nog lang niet ‘all inclusive’, maar als we allemaal ons best doen, kan het zeker wel inclus-liever worden. Taal blijft altijd in ontwikkeling en zal misschien zelfs altijd wel mensen buiten blijven sluiten, maar zolang je dit beseft en blijft leren kan de macht van taal ook een positieve kracht hebben. Zoals de Black Lives Matter-movement al meerdere keren heeft gezegd: educate yourself. Pas dit ook toe op de taal die je spreekt. Ga na waarom woorden kwetsend zijn en blijf je taal veranderen. Dan doe ik dat ook.

Over de auteur(s)

Milou

Milou

Milou studeert momenteel Humanistiek en is vanaf jongs af aan gezegend met een afkeer voor het woord 'normaal' en door de maatschappij verzonnen hokjes die bepalen wat 'normaal' inhoudt. Een afkeer die ze graag met de rest van de wereld deelt.

Schrijf mee

Wil jij helpen met het creëren van leuke content voor en door LHBT+? Bekijk hieronder onze vacatures.

De Gay Agenda

Amsterdam, 1 april 2024 Beste lezer, Vandaag, op 1 april, roepen wij, online queer magazine Expreszo, alle Nederlanders op om samen met ons de queer

Voorbinddiscours

Gastredacteur Laurie schrijft over het imago van de voorbinddildo nu en hoe dat door de eeuwen heen is veranderd.