Op 1 december is het Wereldaidsdag. Veel van ons zijn bekend met het befaamde rode lintje en de betekenis ervan. Op deze dag staan we stil bij één van de bekendste virussen en het stigma eromheen. Hoeveel mensen hebben HIV/aids en waarom is het zo belangrijk dat men zich laat testen op het virus en op soa’s?
Feiten en cijfers
Wereldwijd leven er 37,9 miljoen mensen met HIV/aids, waarvan 23.300 in Nederland in 2018, waarvan de meerderheid gelukking in behandeling is. Er waren er circa 20 doden als gevolg van aids. Wereldwijd ligt dit aantal een stuk hoger. In 2018 waren er (maar liefst?) 770.000 aidsdoden en 1.7 miljoen nieuwe infecties. Ongeveer 62% van de geïnfecteerde patiënten krijgt een levensreddende behandeling, mede door de toenemende toegang tot hiv-remmers. Deze remmers onderdrukken het virus in het bloed zodat dit niet meer overdraagbaar is. Met andere woorden: wie hiv-remmers slikt, kan anderen niet infecteren. Mits deze remmers elke dag worden ingenomen. Als de behandeling succesvol is, kan het virus zelfs niet worden overgedragen door seks zonder een condoom.
Risicogroepen
De grootst getroffen groep bevindt zich in Oost- en Zuidelijk Afrika. In die regio leven er 20.600.000 mensen met HIV/aids. Vooral jonge vrouwen in de leeftijd van 15-24 jaar lopen een grote kans om geïnfecteerd te worden vanwege de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, het toenemend seksueel geweld en de onvoldoende voorlichting en gezondheidszorg. Een andere groep die een verhoogde kans heeft om geïnfecteerd te worden, zijn mannen in de LGBTQ-gemeenschap. Door het stigma en de discriminatie rondom het virus zijn homoseksuele, biseksuele en panseksuele mannen veelal bang om zich te laten testen. Hierdoor is de kans groter dat ze rondlopen met het virus, zonder dit te weten. Ook transgender personen zijn volgens de Wereldgezondheidsorganisatie een risicogroep. Volgens hen lopen transgender vrouwen 49 keer meer kans om besmet te raken met het virus.
LGBTQ-gemeenschap
In de jaren ’80 werd HIV/aids vooral geassocieerd met homoseksuele mannen nadat vijf mannen in Los Angeles waren besmet met het virus. Men beschouwde HIV/aids als een zogeheten “homoziekte” die zich – volgens hen – alleen verspreidde onder mannen die seks hadden met andere mannen, transgender personen, drugsgebruikers en sekswerkers. Inmiddels weten we véél beter, maar het stigma rondom het virus blijft bestaan. Het is daarom belangrijk om HIV/aids bespreekbaar te maken en men te stimuleren om zich te laten testen. Ook voor cisgender vrouwen en non-binaire personen is het verstandig om zich te laten testen, want het virus kan zich ook verspreiden via geïnfecteerd (menstruatie)bloed en vaginaal vocht. Denk maar aan het gebruik van seksspeeltjes zonder condooms. Als een vrouw niet weet dat ze geïnfecteerd is en met haar partner gebruik maakt van een vibrator, kan ze haar partner ook besmetten.
Tijd om te testen
Heb je onveilig seks gehad en/of heb je mogelijk meerdere partners? Geen probleem. Jongeren tot 25 jaar kunnen gratis terecht bij de GGD. Wie een afspraak wil maken, kan zich aanmelden op de website van de GGD en wordt vaak dezelfde dag nog gebeld door de soa-polikliniek. Als je tussen de 20-24 jaar bent, kan je ook terecht voor een zelfafnametest voor chlamydia en gonorroe. Wie boven de 25 is, kan terecht bij de huisarts of een thuistest kopen. Een soa-test bij de huisarts wordt veelal vergoed door je basisverzekering. De kosten van de test gaan welaf van het eigen risico. Als je liever een thuistest wilt gebruiken, ben je vaak rond de 30-50 euro kwijt. Op thuistesten.com zijn er verschillende tests beschikbaar. Wie besmet is met het hiv-virus kan tevens bij de GGD terecht voor een PEP of PrEP-kuur. Het verschil? PrEP is een pil die een hiv-infectie voorkomt. Wie geen hiv heft, maar wel een verhoogd risico loopt om geïnfecteerd te raken, komt in aanmerking voor deze pil. PEP is een behandeling met hiv-remmers. Deze kuur duurt 4 weken en is bedoeld voor mensen die contact heeft gehad met hiv-geïnfecteerde lichaamsvloeistof. De behandeling zorgt ervoor dat de kans kleiner is dat het virus zich innestelt – hoe eerder iemand begint aan de kuur, des te groter de kans dat diegene hiv-negatief blijft