Steeds vaker blijkt dat LHBTQIA+ jongeren kwetsbaar, onzichtbaar en onveilig zijn in onze samenleving. Hoofdredacteur Rocher kijkt naar waar dit vandaan komt en wat men kan doen om LHBTQIA+ jongeren beter te beschermen. Illustratie door Lian.
Vorige maand was het pijnlijk duidelijk dat onze gemeenschap nog steeds kwetsbaar is en er binnen onze gemeenschap geaasd wordt op jongeren alsof ze prooi zijn. Queer jongens deelden hun verhaal over hoe enkele prominenten binnen onze gemeenschap grensoverschrijdend gedrag hadden vertoond naar hen. Dit zijn natuurlijk niet de enige verhalen. De maand daarvoor zijn in totaal twintig mannen naar voren gekomen met verhalen over seksueel overschrijdend gedrag van de op non-actief gestelde directeur van cultureel platform Moam in Amsterdam. Tien van hen waren minderjarig. Wat al deze verhalen vooral aantonen, is dat de jongeren binnen onze gemeenschap kwetsbaar zijn en makkelijk ten prooi vallen. Als reactie hierop zijn er relatief veel mensen die stellen dat deze jongeren weerbaarder moeten zijn. Maar dit legt het probleem bij hen neer, terwijl de samenleving hen juist kwetsbaar maakt.
Allereerst moeten we helder hebben om wie het hier gaat en wie hieronder lijden. Zoals Martijn Kamphorst benoemt, is het belangrijk om duidelijk over deze problematiek te spreken, alleen moeten we waken dat men niet alles over één kam scheert. Kamphorst en Remco Boxelaar van Corporate Queer benadrukken terecht dat de beeldvorming van de ‘buitenwereld’ over dit probleem inaccuraat is en het grensoverschrijdende gedrag dat vertoond wordt door een paar homomannen niet gelijk staat aan de gehele LHBTQIA+ gemeenschap. Media zoals de NOS kiezen ervoor om de hele gemeenschap over één kam te scheren en te spreken over problematiek die binnen de hele gemeenschap speelt. Bij Expreszo hebben we tot nu toe gesproken over alle LHBTQIA+ jongeren, omdat de kwetsbaarheid, onzichtbaarheid en onveiligheid die deze jonge jongens ervaren, een probleem is dat alle LHBTQIA+ jongeren ervaren.
Institutionele problematiek
Op institutioneel niveau is het niet al te best wat betreft de zichtbaarheid en veiligheid van LHBTQIA+ jongeren. Het debacle rondom de ‘antihomoverklaringen’ vorig jaar november en minister Slobs reactie hierop, het exposé van de school in Gorinchem die jongeren uit de kast duwt en de gebrekkige seksuele voorlichting op scholen laten al duidelijk zien dat de samenleving deze jongeren marginaliseert.
De ‘antihomoverklaringen’ en jongeren die uit de kast worden geduwd, duiden op een onveilig klimaat op scholen waarbij het bijna beter is om onzichtbaar te blijven. De gebrekkige seksuele voorlichting met weinig tot geen aandacht voor seksuele en genderdiversiteit leidt tot risicogedrag. Bijna iedere jongere ondergaat een seksuele ontwikkeling. Maar wanneer er alleen aandacht is voor cisgender en heteroseksuele mensen tijdens seksuele ontwikkeling, leren de jongeren uit onze gemeenschap niks over henzelf. Iets waar ze wel behoefte aan hebben, en gaan doen op plekken die onveilig kunnen zijn zonder enig idee te hebben wat de risico’s zijn.
Het klimaat op school
Maar daar blijft het niet bij. Universitair docent in onderwijs en sociale bewegingen Oren Pizmony-Levy heeft in 2018 onderzoek gedaan naar het schoolklimaat op Nederlandse scholen. Uit dit onderzoek is gebleken dat een derde van LHBTQIA+ scholieren zich onveilig voelt op school. Bijna twee derde van deze jongeren is uitgescholden naar aanleiding van hun genderidentiteit of seksuele oriëntatie. En alsof dit nog niet erg genoeg was, heeft een op de vier van LHBTQIA+ jongeren last gehad van fysiek geweld. Een ander onderzoek uit 2016 laat zien dat LHB-jongeren twee keer zo vaak op dagelijkse en wekelijkse basis gepest worden ten opzichte van heteroseksuele jongeren.
Dit heeft ook een nadelig effect op hun gezondheid. LHBTQIA+ jongeren ervaren namelijk meer spanning omdat ze om moeten gaan met ‘minderheidsstress’, een stressvorm die in dit geval ontstaat door heteronormen en cisgendernormen omdat men deze jongeren marginaliseert tot ‘minderheid’. Stigmatisering, vooroordelen en discriminatie op basis van seksuele oriëntatie en genderdiversiteit zijn dan stressfactoren die heteroseksuele of cisgender personen niet ervaren.
De weg vooruit
LHBTQIA+ jongeren zijn kwetsbaarder en onzichtbaarder dan cisgender en heteroseksuele jongeren, en voelen zich onveiliger. We hebben als samenleving de taak om de veiligheid en zichtbaarheid van deze jongeren te vergroten, en er zijn talloze manieren om dat te doen. Initiatieven en organisaties zoals Gender & Sexuality Alliances (GSA) en Jong & Out zijn belangrijk voor het welzijn van LHBTQIA+ jongeren. Het onderzoek van Pizmony-Levy liet zien dat er een algemenere acceptatie is van LHBTQIA+ jongeren op scholen waar een GSA actief is. Ook voelen deze scholieren zich meer op hun plek en missen ze zelfs minder dagen scholen omdat het gevoel van veiligheid toeneemt door GSA’s. Meer jongeren zijn ook uit de kast gekomen door de komst van GSA’s.
Ook op institutioneel vlak zijn er duidelijke stappen te zetten. Minister Slob gaf vorig jaar al aan dat er een juridische basis bleek te liggen nadat hij onderzocht of de ‘antihomoverklaringen’ verboden konden worden, en dat het lag bij de inspectie om dit te handhaven. Hetzelfde geldt voor de gebrekkige seksuele voorlichting. Vorig jaar zocht ik contact met minister Engelshoven hierover. Zij gaf aan dat scholen verplicht zijn om aandacht te besteden aan seksuele diversiteit maar zelf de vrijheid hebben om dit in te vullen en dat het aan de inspectie is om dit te controleren. Er liggen dus een aantal taken bij de inspectie om te controleren of scholen een veilig en inclusief klimaat bieden voor LHBTQIA+ jongeren. In de praktijk gebeurt dat niet.
Waar we als samenleving ook een verantwoordelijkheid hebben, is bij een accurate beeldvorming. De predators die op die jonge jongens aasden, beschouwen als een kenmerk van een wijdverspreid probleem van de LHBTQIA+ gemeenschap is gewoonweg onjuist en ook schadelijk. Het bestempelt de gemeenschap als een gevaarlijke plek wat kan leiden tot jongeren die zich nog onveiliger gaan voelen, en dus nog kwetsbaarder zijn voor het schadelijke type dat hen ziet als prooi. Het hebben van een LHBTQIA+ netwerk biedt juist bescherming tegen problemen. Als je mensen kent die zijn zoals jij of lijken op jou dan ervaar je meer steun en heb je een positief referentiekader, wat een tegenhanger is van de negatieve maatschappelijke opvattingen en vooroordelen, waar media zoals de NOS weer verantwoordelijk voor zijn.
Hoe je het wendt of keert, de onderliggende problematiek is wijdverspreid en ontstaan uit de marginalisatie van onze gemeenschap waar de samenleving een grote bijdrage aan heeft geleverd. En dus draagt diezelfde samenleving ook de verantwoordelijkheid om deze te herstellen.