Homoseksueel in de achttiende eeuw: gaybars en sodomieprocessen

Verbazingwekkend genoeg was de Republiek tolerant naar homoseksuelen in de zeventiende eeuw en ontstond er een heuse homoseksuele subcultuur in het begin van de achttiende eeuw. ´Verbazingwekkend genoeg´, omdat de christelijke kerk alle seksuele activiteiten buiten de voortplanting vanaf de late middeleeuwen veroordeelde, en zelfs strafbaar stelde. Dit werd ‘sodomie’ genoemd, herleid uit het bijbelverhaal over Sodom en Gomorra, plaatsen die ten onder gingen door de zondige levens van de inwoners. Behalve homoseksuele seks vielen incest en seks met dieren ook onder sodomie. 

Verlichting

De achttiende eeuw was de tijd van de Verlichting. In deze periode kreeg het individu meer vrijheid om zich te uiten. Vrijheid van meningsuiting werd door verscheidene filosofen, waaronder Voltaire, als iets erg belangrijks beschouwd. Bovendien moest de kerk, volgens de idealen van de Verlichting, gescheiden worden van de staat.

In Amsterdam en Utrecht begonnen homoseksuele mensen langzamerhand een soort subcultuur te vormen. Dit kwam doordat de Republiek rijk was en tolerant naar minderheden. Joden, katholieken en homoseksuelen kregen hierdoor veel meer vrijheden. Ook kon men in een stedelijk klimaat veel sneller met elkaar in contact komen. Er ontstonden zelfs gaybars, zoals De Levendige Dood in Utrecht (aan de Korte Elisabethstraat) en Het Serpent in Amsterdam. 

Toch was tijdens de Verlichting het leven voor homoseksuelen echter niet makkelijk. Van 1730 tot 1733 werden homoseksuelen erg vervolgd. Vanwege deze angst voor de ineenstorting van de Republiek werden homoseksuelen openlijk opgespoord en terechtgesteld, waarbij zelfs de doodstraf gegeven kon worden. Hoewel een groot deel van de terechtgestelden uit de elite bestond werden deze meestal verbannen, omdat zij meestal de kans hadden gekregen om vooraf te vluchten. Het grootste deel van de terechtgestelden bestond echter uit het gewone volk. 

De aanleiding hiervoor was dat de jaren dertig van de achttiende eeuw een onzekere tijd was voor de Republiek. Er was voedselschaarste door een epidemie onder het rundvee, wat honger veroorzaakte. Predikers maakten gebruik van deze onzekerheid door homoseksuelen de schuld te geven. Volgens de predikers kwam het door de rijkdom in de Republiek dat er in 1730 veel ‘sodomieten’ aanwezig waren. Wanneer je eenmaal een sodomiet zou zijn geworden kwam je niet meer van je gevoelens af en zou je anderen verleiden. Dit zou vervolgens door God bestraft worden en het einde van de Republiek betekenen. Dit gedachtegoed wakkerde de vervolging van homoseksuelen aan, waarvan de processen in Utrecht en Groningen de grootste voorbeelden zijn.

De Utrechtse Sodomieprocessen

In Utrecht kwam men niet alleen in De Levendige Dood bij elkaar, maar ook in de kloostergangen, het Janskerkhof en op het Vredenburg. Op het Vredenburg waren destijds veel bomen die de ontmoetingen aan het zicht onttrokken. In deze omgeving vond het eerste grote incident plaats waarbij homoseksuele mensen vervolgd werden.

Op 13 januari 1730 gaf Josua Wilts, de toenmalige toren koster van Domkerk van Utrecht, aan de autoriteiten door dat hij twee mannen had betrapt bij het verrichten van seksuele handelingen. Wilts sliep die nacht boven in een kapel. Vanaf zijn slaapplek kon hij de twee mannen makkelijk bespioneren. Er werd door toedoen van de verklaring van Wilts een groep mannen opgepakt. Een van hen, Zacharias Wilsma, was een bekende van Wilts. Omdat Wilsma al was herkend kon hij binnen 24 uur al gearresteerd worden. 

Dit zou weinig goeds betekenen voor de gayscene van de achttiende eeuw. Wilsma had kennis over de gayscene in de gehele Republiek. Om zijn leven te redden gaf hij hier veel informatie over prijs, wat de vervolgingen bevorderde. In Utrecht werden achttien mannen door wurging om het leven gebracht. Op het domplein staat nog steeds een monument ter nagedachtenis aan deze gebeurtenis.

Het Monsterproces van Faan

Hoewel Utrecht veruit het zwaarste te verduren kreeg bleef Groningen ook niet ongeschonden. Een groot proces tegen sodomie vond plaats in een dorpje in het Westerkwartier van Groningen. Hier werd Rudolf de Mepsche de eigenaar van de Borg Bijma. De Mepsche kwam uit een beruchte familie die de meeste mensen de stuipen op het lijf joeg. Zo was zijn voorvader, Johan de Mepsche, een beroemde ketterjager in de Tachtigjarige Oorlog. 

In de jaren voorafgaand aan het monsterproces raakte Rudolf bevriend met de streng-calvinistische predikant Henricus Carolinus van Bijlmer. Bijlmer was auteur van het boek De Helsche Boosheit of de Grouwelijke Sonde der Sodomie. Onder invloed van de ideeën van Van Bijlmer en bemoedigd door de Utrechtste sodomieprocessen raakte De Mepsche ervan overtuigd dat zijn grondgebied een broedplaats was van sodomie. Door zijn toedoen werden 22 mannen opgepakt.

De meeste mannen die hier jegens sodomie opgepakt werden waren politieke tegenstanders van De Mepsche. Zij werden onder marteling gedwongen om bekentenis af te leggen, omdat er weinig bewijs was dat zij zich daadwerkelijk aan ‘sodomie’ schuldig hadden gemaakt. Sommigen van hen overleefden de martelingen niet voordat het vonnis werd uitgesproken. Diegenen die de martelingen wel overleefden werden veroordeeld tot wurging aan de paal. Nu is er op de plek waar vroeger de vestiging van De Mepsche (de Borg Bijma) stond, een bord neergezet. Op het bord worden deze en andere wreedheden beschreven die De Mepsche op zijn geweten heeft.

De basis voor nu

Na 1733 namen de vervolgingen gelukkig af. Homoseksuelen trokken zich niet terug uit de samenleving en accepteerden zelfs dat er een straf stond op anders zijn dan anderen. Er bleef een gayscene aanwezig waarin er andere gewoonten en bepaald jargon van toepassing waren. 

In 1791 werd als gevolg van de Verlichting de strafbaarheid van sodomie afgeschaft in Frankrijk. Hierna volgden ook andere landen, waaronder Nederland. Ondanks deze zwarte bladzijden uit onze geschiedenis vormt de gayscene uit de achttiende eeuw de basis voor die van nu. Gelukkig zijn de plaatsen waar de wreedheden die plaatsvonden tijdens de sodomieprocessen gemarkeerd, als herinnering voor vandaag de dag.

Over de auteur(s)

Feline

Feline

Feline (22) is bezig met haar master Book and Digital Media studies in Leiden. Ondertussen hoereert ze vrolijk door tussen onderwerpen om over te schrijven. Ondanks haar passie voor humanities heeft ze ook een obsessie voor astrologie en tarotkaarten. (Ze is natuurlijk een leeuw).

Schrijf mee

Wil jij helpen met het creëren van leuke content voor en door LHBT+? Bekijk hieronder onze vacatures.

Vijf queer docu’s op een rijtje

Het pride seizoen is voorbij maar onze strijd voor gelijkheid en viering van wie we zijn natuurlijk niet. Het is belangrijk dat we onze ervaringen blijven delen. Als we zelf (deels) de regie in handen hebben, kan een documentaire een goed medium zijn om dit te doen. Elsa en Freddie zetten vijf Nederlandse queer documentaires voor je op een rijtje.