Wat doe je als je en publique uit de kast komt en niet iedereen het daarmee eens is?
Uit de kast
Sinds 2012 ben ik uit de kast. Dat ging stapsgewijs. Eerst vertelde ik het aan mijn beste vriendinnen met een kloppend hart. Vervolgens waren de “reguliere” vrienden aan de beurt. Ik liet in conversaties doorschemeren dat ik biseksueel ben en daar werd vrijwel positief (en verrast) op gereageerd. Klasgenoten volgden al gauw. Opnieuw, geen probleem.
Ongeveer een jaar later waren mijn ouders aan de beurt. Hoewel het voor mijn moeder “even slikken” was, reageerde mijn vader hartstikke positief op het nieuws. “Ik wist het al,” grijnsde hij. Een ware held. Je kan je voorstellen dat er een last van mijn schouders viel. Ik vond het prima zo. Iedereen waar ik enigszins om gaf, wist van mijn geaardheid. Hoewel mijn geaardheid geen hot topic was, verzweeg ik het niet als het ter sprake kwam in conversaties met vrienden, klasgenoten, collega’s of vage bekenden.
Partners en social media
Vervolgens vertelde ik het aan enkele familieleden en plaatste vol trots een regenboogvlag in mijn Instagram-bio. Ook op datingapps zoals Tinder stond er in mijn profiel dat ik biseksueel ben. Dit was ver voordat Tinder een handige feature maakte waarbij je je geaardheid kan tonen. Tegenover mijn partners ben ik altijd eerlijk geweest en zowel de mannen als vrouwen hadden er geen problemen mee. Natuurlijk ben ik mij bewust van de stereotypes die er over biseksuelen zijn: we zijn seks-beluste vreemdgangers die “niet kunnen kiezen”. Deze stereotypes achterhaald en simpelweg bifobisch. Gelukkig waren mijn partners hartstikke fijne personen en heb ik mij nooit slecht gevoeld over mijn geaardheid in hun bijzijn.
Paroolgate
Fast forward een paar jaar en ik schrijf artikelen voor Expreszo, die ik af en toe deel op mijn Instagram-pagina. Ik dacht dat mijn geaardheid bekend bij het gros van de mensen in mijn leven en dat ik redelijk “uit de kast” was. Totdat ik vorige maand met mijn kop op de voorpagina van Het Parool belandde. Het artikel ging over Kamala Harris en wat haar rol als vicepresident van Amerika betekent voor vrouwen wereldwijd. (Zelf ben ik geen fan van Harris, maar dat terzijde.) In het artikel werd er benoemd dat ik een zwarte, biseksuele vrouw ben en kreeg ook Expreszo een kleine shout out. Ik vond het hartstikke prima, totdat ik via-via te horen kreeg dat er verontwaardiging was binnen mijn familie. Kennelijk kwam dit als een verrassing en werd er, achter mijn rug om, hevig gediscussieerd over mijn biseksualiteit.
Toen ik hierachter kwam, voelde ik mij beledigd, bedroefd en boos. (Al moest ik er wel om lachen dat mijn geaardheid ineens wel een hot topic was.) Voor mijn gevoel hoefde ik niet meer uit de kast te komen. Ik heb vanaf mijn negentiende tot nu constant het “zenuwslopende” coming out-gesprek gehad. Iets waar veel queers zich mogelijk in herkennen. Met de jaren gaat dat gesprek makkelijker en vlotter. Ik leerde dat er altijd mensen zullen zijn die negatief reageren op mijn geaardheid en dat deze mensen geen macht over mij hebben. Of je het er mee eens bent of niet: ik ben biseksueel, ik ben blij met wie ik ben en that’s it.
Toch vond ik het vervelend dat ik mij acht jaar later nog steeds moest verantwoorden. Echter heeft niet iedereen een fijne coming out. Voor sommigen is het niet veilig om dit nieuws met hun omgeving te delen en kan het leiden tot verbaal en/of fysiek geweld. Anderen worden uit huis gegooid. Hierdoor lijken mijn “problemen” een stuk minder erg.
Familiekwestie
Ik heb het desbetreffende familielid niet geconfronteerd met hun gedrag, maar ik sta wel open voor een gesprek. (Mocht daar behoefte aan zijn.) Wel heb ik erover gesproken met andere familieleden en ook bij mijn beste vriendinnen kon ik mijn ei kwijt. Ik heb mijn eigen emoties een plek gegeven en een flinke dosis zelfreflectie toegepast. Hierdoor kwam ik erachter dat de boosheid en bedroefdheid die ik voelde, voortkwam uit schaamte en schuld. Ik schaamde mij niet voor mezelf, maar ik was bang dat mijn familieleden negatieve reacties over zich heen zouden krijgen als men erachter kwam dat ík biseksueel ben. Binnen de Surinaamse cultuur is familie een big thing en ik ben enorm blij met de steun en liefde die ik vanuit mijn familie krijg, maar ik weet ook dat er veel geroddeld wordt. En dat de Surinaamse gemeenschap nog het een en ander kan leren als het gaat om LHBT+-acceptatie. Gelukkig zijn daar organisaties zoals Survibes, die zich inzet voor de Surinaamse queer-gemeenschap en het doorbreken van taboes.
Vaak (maar niet altijd) zijn Surinaamse families ietwat traditioneler en conservatiever. Dit zie je overigens ook in andere niet-westerse culturen. Voor queer mensen van kleur kan het een stuk lastiger zijn om uit de kast te komen; men ziet jou als weerspiegeling van jouw gehele familie. En dat heb ik losgelaten. Ja, ik behoor tot een familie, maar ik ben ook mijn eigen persoon. Mijn geaardheid is van mij en heeft niks te maken met mijn familie. Ik ben trots op wie ik ben en iedereen die het daar niet mee eens is, kan een klachtenformulier invullen. Ik reageer binnen drie tot vijf werkdagen.
In mei schreef Feline een artikel over hoe je veilig uit de kast komt; een aanrader voor iedereen die overweegt om uit de kast te komen. En Rocher schreef een column over het concept van Coming Out Day.