Seksueel geweld #TotHier

#TotHier: Tijn de Jong en Charlotte Knoors in gesprek over het voorkomen van seksueel geweld

Er zijn te veel slachtoffers van seksueel geweld. Tijn de Jong en ik zijn er daar twee van. Twee mensen met ervaringen die ze het allerliefst ongedaan willen maken. Rutgers, kenniscentrum seksualiteit, startte daarom de #TotHier campagne, waarmee aandacht gevraagd wordt voor de preventie van seksueel geweld. Nog te vaak gaat het gesprek rond seksueel geweld over wat er precies is gebeurd, wat iemand voor kleding droeg, of iemand heeft teruggevochten, of de dader al aangegeven is, en zo ja, of hun straf “goed en hard” genoeg is. Zelden gaat het over wat zulk trauma doet met een mens, welke zorg iemand nodig heeft na zo’n nare gebeurtenis, of over hoe we dit soort geweld kunnen voorkomen. Tijn en ik gingen daarom met elkaar in gesprek. Nog niet eerder zagen wij interviews of gesprekken tussen slachtoffers terug in de media. Daarom creëerden we zelf die ruimte. Wij weten namelijk als geen ander dat meer nadruk op preventie én nazorg de enige manier is om seksueel geweld terug te dringen en draagbaarder te maken. 

Charlotte: Ik vind het wel spannend om dit gesprek te voeren en uiteindelijk te publiceren. Het is een hele fijne lijn tussen iets privés delen en mensen helpen met je verhaal. Ik weet zelf namelijk hoe fijn het was om verhalen van anderen te lezen. Tegelijkertijd: I don’t owe the world my story. En toch vind ik het belangrijk om hierover te praten, zonder dat de “wat is er precies met mij gebeurd” centraal staat.

Tijn: Ik herken heel erg dat het helpt om verhalen te lezen. Om erkenning en herkenning te krijgen dat wat je overkomen is, niet in je hoofd zit. Ik denk dat het belangrijk is gesprekken over seksueel geweld te normaliseren zodat we tot een oplossing kunnen komen.

“We moeten meer praten en leren over seksualiteit, seks, ongewenste intimiteiten en seksueel misbruik”

C: Wat denk je dat de oplossing is?

T: Dat vind ik heel lastig. Ik denk dat het sowieso goed is dat we meer praten en leren over seksualiteit, seks, ongewenste intimiteiten en seksueel misbruik, zodat we allemaal een soort toolkit hebben. Als we de informatievoorziening over positief seksueel welzijn verbeteren, dan geeft dat kinderen en volwassenen tools om grenzen aan te kunnen geven én respecteren. Maar ook dat we leren hoe we omgaan met wat je doet als je onbedoeld een grens overgaat. Onbedoeld grenzen overgaan zal denk ik ook nooit verdwijnen. Tuurlijk kunnen we ernaar streven dat seksueel misbruik nooit meer voorkomt, maar we moeten ook realistisch zijn en erkennen dat grenzen overschrijden menselijk is. Dat maakt ons niet meteen slechte mensen of monsters. 

C: Ik vind het wel mooi dat je dat zegt, want ik denk dat mensen vaak in die binairen of tweesplitsingen vervallen. Dat zie je ook heel duidelijk in hoe we erover praten. Dan hebben we het over slachtoffers versus daders, alsof dat twee uitersten zijn. Terwijl je ook een slachtoffer én een dader kan zijn. In het dagelijkse leven, buiten je seksleven om, ga je ook wel eens een grens over bij mensen zonder dat je dat misschien zo bedoelde. Maar de impact die dat bij een ander heeft gaat daarvan niet weg. Dus hoe we leren omgaan met onbedoeld een grens overgaan bij een ander is denk ik een belangrijke. Ik vraag me soms alleen af of mensen in de gevangenis stoppen de oplossing is.

“Mensen die grenzen van anderen overgaan moeten enorme begeleiding krijgen”

T: Soms is er een grote behoefte aan catharsis, straf, of een soort boetedoening. Alleen de vraag is of dat daadwerkelijk helpt met het stoppen van seksueel misbruik en of ook daders daarbij gebaat zijn. Ik zie toch best vaak dat daders ook slachtoffers zijn geweest, en dat hun slachtofferschap onlosmakelijk verbonden is met hun daderschap. 

C: Ik ben het helemaal eens met wat je zegt. Ik heb vaak gedacht: wat heb ik eraan als ik mijn dader straf? Het enige wat ik eigenlijk wil is dat het seksueel misbruik niet is gebeurd, maar dat kan niet. Ik kan dit nooit ongedaan maken. Ik ga hier altijd last van hebben. Dat is gewoon hoe het is, en ik voel er eigenlijk helemaal niks voor om iemand op het strafbankje te zetten, zo van, “jij hebt dit gedaan, jij bent een slecht persoon en jij moet nu voor altijd boete doen.” Maar soms lijkt het voor mensen die het niet hebben meegemaakt, en die er wel een mening over hebben, makkelijker om zwart wit te denken.

T: Mensen die grenzen van anderen overgaan moeten enorme begeleiding krijgen. Het is heel makkelijk om te zeggen dat iemand anders een monster is, want dan heeft het niks met jezelf te maken. Terwijl het daar helemaal niet over gaat. Het heeft niet met je zijn te maken maar met je daden

C: Precies! Ik merk dat het gesprek vaak wordt afgeleid van waar het eigenlijk om gaat. Neem bijvoorbeeld Michael P. de verkrachter en moordenaar van Anne Faber. Vanaf het moment dat hij werd gepakt werd er heel erg gefocust op de gebreken van de instelling waar hij zat, en hoe hij zo snel mogelijk kon worden gestraft, terwijl we het eigenlijk helemaal niet hadden over hoe dit kon gebeuren. Hoe kan het dat een jonge vrouw om 18 uur ergens fietst en van haar fiets wordt afgetrokken? Hoe gaan we onze verantwoordelijkheid als maatschappij nemen om ervoor te zorgen dat dit niet blijft gebeuren?

T: Ja, en ook de verbazing eromheen. Het zou veel beter zijn als we inzien dat dit onderdeel is van onze maatschappij en van daaruit kijken hoe dat in alle groeven van de maatschappij voorkomen kan worden. 

C: Zeker. De huidige situatie mist ook heel erg de nazorg voor slachtoffers. Het gaat alleen maar over hoe verschrikkelijk het is dat dit gebeurt.

T: En ook de sensatie eromheen vanuit de media.

C: Ja, en dan ligt de focus op straffen, alsof dat slachtoffers recht aan gaat doen. Maar waar is de letterlijke nazorg? Je moet het vaak als slachtoffer allemaal zelf uitzoeken. Zelf naar voren komen met je verhaal, zelf hulp zoeken bij artsen of psychologen. Maar niet iedereen is daar meteen toe in staat, zeker als je getraumatiseerd bent. Het is niet alsof mensen daar…

T: … een stappenplan voor hebben.

C: Nee, helemaal niet. En trauma is sowieso heel complex want er zijn veel getraumatiseerde mensen die misschien wel weten dat ze getraumatiseerd zijn, maar tegelijkertijd ook niet.

T: Ja, die het verdringen.

“Het is heel bizar dat we op school niet worden geleerd over hoe je gezonde relaties hebt. Niet alleen romantische relaties, maar ook gezonde vriendschapsdynamieken, relaties met je ouders, familie of je collega’s”

C: Dat heb ik zelf ook gedaan. Ik ben seksueel misbruikt tussen mijn vierde en zesde. Hoe oud weet ik niet precies, want ja, je bent kind, weet jij veel. Ik weet alleen dat ik klein was.

T: Heel herkenbaar.

C: Ik weet niet welke dag het was, ik weet alleen dat het een slaappartijtje was. Ik kan me de dag ervoor niet herinneren, en de dag erna ook niet echt. Ik kan me alleen die context herinneren, beelden, aanrakingen, geluiden. Mijn hele leven had ik flashbacks, ook als ik de persoon zag die het had gedaan. Maar ik begreep ze niet. Ik wist letterlijk niet wat die flashbacks betekenden en dacht dan: ik denk gewoon aan iets anders.

T: Ik denk zeker ook dat verdringen veel gebeurt bij kindermisbruik. Ik heb ook misbruik meegemaakt toen ik een jaar of zes, zeven was en had op dat moment totaal niet de taal om op enige manier context te geven aan wat er gebeurde. Voor mij waren piemels en vagina’s plassers. Meer wist ik er niet van. Zo lang je daar niet die context aan kan geven, begrijp je het niet en omdat je het niet begrijpt, kun je er geen ruimte aan geven.

C: Precies, omdat het hele concept niet bestaat. Het concept seksueel misbruik bestaat niet, dus je begrijpt letterlijk niet wat er met je gebeurt. Je weet misschien dat je het niet prettig vindt of dat je je er niet comfortabel bij voelt, maar dat kun je ook niet helemaal plaatsen.

T: En dat is eigenlijk bijna niet uit te leggen aan mensen die dat niet hebben ervaren. Dat als je een situatie niet begrijpt, maar wel die onveiligheid voelt en het niet wilt, en het daardoor niet kan plaatsen, dat je het dan dus ook niet als kind kunt verwerken. Daar zou veel meer onderzoek naar moeten komen. Als ik nu terugkijk zie ik enorm veel signalen die ik gaf als kind, die ik ook later in mijn leven ben gaan geven. Als ik dat nu zie denk ik, “ja tuurlijk, hoe kan dat niet zijn opgevallen bij hulpverleners?” Maar voor de individuele uiting van trauma is niet echt ruimte, want dat wisselt enorm per kind.

C: Ja, en ik denk ook als je het specifiek hebt over kindermisbruik, dat mensen natuurlijk niet willen denken aan het feit dat kinderen zoiets wordt aangedaan.

T: Klopt. En dat is eigenlijk überhaupt het enorme stigma wat op seks en seksualiteit rust. Dat is al punt één waar het misgaat, want ook aan normale gezonde seksuele ontwikkeling wordt nog te weinig tijd of aandacht besteed. We zien het eigenlijk liever niet tot ze op een leeftijd komen dat het volgens de biologie geschikt is: als je in de pubertijd terechtkomt. En dan gaan we opeens heel plastisch leren hoe voortplanting werkt. 

C: Ik weet dat het nu wel al aan het verschuiven en verbeteren is, maar mijn seksuele voorlichting was heel klinisch. En ook heel heteroseksueel en heteronormatief.

T: Ja absoluut. Je ziet dat kinderen eigenlijk in een gezonde ontwikkeling al veel eerder bezig zijn met hun lichaam en grenzen dan dat de volwassen wereld wil toegeven. 

C: Zeker. Ik denk dat kinderen daar ook naar hunkeren. Ze willen graag weten hoe het werkt met relaties en consent. Ik vind het eigenlijk heel bizar dat we op school niet worden geleerd over hoe je gezonde relaties hebt. Niet alleen romantische relaties, maar ook gezonde vriendschapsdynamieken, relaties met je ouders, familie of je collega’s. Gewoon: hoe ga je met elkaar om?

T: En ook: hoe voel je grenzen aan? Dat kan heel klein zijn. Als iemand iets van je wil lenen, maar jij wil dat niet uitlenen, hoe kan je dat dan constructief aangeven? Dat soort skills vertalen zich meteen naar veel grotere onderwerpen.

“De LHBT+-gemeenschap is een gemarginaliseerde groep en heeft extra zorg nodig”

C: Even een andere vraag. Ik merk dat ik het soms lastig vindt om als onderdeel van de LHBT+-gemeenschap te praten over seksueel misbruik. Hoe ervaar jij dat? 

T: Ik heb mijn misbruik niet meegemaakt toen ik openlijk queer was of toen ik daar ook maar enigszins bewust van was, dus ik vind het lastig daar iets over te zeggen. Ik heb wel het gevoel dat het zeker ook binnen onze gemeenschap speelt, want dat zijn ook gewoon mensen. Het is natuurlijk wel zo dat de LHBT+-gemeenschap een gemarginaliseerde groep is, daardoor kwetsbaarder is, en dus ook extra of andere zorg nodig heeft.

C: Als je naar onderzoeken kijkt dan zie je dat het ook gebeurt binnen onze community. Maar daar hangt wel een extra stigma omheen, omdat we al op een seks negatieve manier worden neergezet, dus dat maakt het niet per se makkelijker om daar binnen de community over te praten. En zeker niet als je daar als community over zou spreken naar de buitenwereld.

T: Ja dat ervaar ik ook zeker wel, want ik ben trans. Als je kijkt naar de geschiedenis – en het heden – dan zie je hoe trans mensen gecriminaliseerd worden door een link te leggen tussen trans zijn en seksueel geweld. Het hele idee dat trans mensen seksueel geweld plegen is een enorm stigma wat een soort goedkeuring heeft gegeven om nadruk te leggen op trans gerelateerde zaken, zoals: wat voor geslacht heb je? Welke operaties heb je gehad? Hoe heb je seks? Dat soort vragen worden gesteld om ze langs de “normaal” te leggen. Op die manier kan seksueel geweld heel erg tegen je worden gebruikt. Ik zie dat vrouwenhaat vergroot is in de trans gemeenschap en dat trans vrouwen enorm veel gevaar lopen. Ik ga door het dagelijks leven alsof ik een witte heteroseksuele cis man ben. Zo zien mensen mij, dus ik heb enorm veel privileges die veel trans vrouwen niet hebben. Dat is echt bewijs van die ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en dat binaire systeem.

C: Ja, en ook: het is toch te bizar voor woorden hoe trans vrouwen worden gecriminaliseerd als sex predators, terwijl zij juist veel meer te maken krijgen met seksueel geweld. Maar ook daar hebben we het nooit over.

“Hulpverlening rondom seksueel geweld is niet LHBT+ vriendelijk”

T: Ja, en als je ook kijkt naar hoe onze hulpverlening is ingericht rondom seksueel geweld. Dat is absoluut niet LHBT+- of trans vriendelijk.

C: Helemaal niet.

T: Ook bijvoorbeeld bij eerste hulp. Er is heel weinig informatie en kennis over dit soort zaken. Dat zorgt dat onze gemeenschap kwetsbaar is, want de juiste middelen zijn er niet. Er is voor cis mensen al weinig goede ondersteuning en handvatten, en voor de trans community is die er nog minder. Daar maak ik me wel zorgen over. 

C: Zeker. Het seksueel misbruik wat ik heb meegemaakt was niet door een man gepleegd, maar door een tienermeisje. Er zijn zoveel aannames over seksueel misbruik wat niet gepleegd wordt door een cishetero man tegen een cishetero vrouw. Dat het bijv. niet echt is, want het telt niet, dus dan is het minder erg. Dat zorgde er ook lang voor dat ik het niet erkende als misbruik.

T: Ja, dat kan ik me voorstellen.

C: Want het is zogenaamd niet zo erg dan wanneer je wordt gepenetreerd door een penis. Dat is eigenlijk best raar, want als we het dan over seksueel geweld of misbruik hebben, dan gaat het vaak over heteroseksueel geweld. 

T: Absoluut.

C: Ik weet nog dat ik iemand vertelde over het artikel dat ik had geschreven voor OneWorld, en dat diegene toen zei: “oh dus vrouwen doen het ook!” En toen dacht ik…

T: Wauw.

C: Het ging precies in op de angst die ik heb om hierover te praten. Ik wil namelijk niet dat mensen, vooral cis mannen, mijn verhaal gaan gebruiken om te kunnen zeggen: “maar zie je wel, vrouwen doen het ook, dus het is niet…”

T: … een mannenprobleem.

C: Precies.

“Genderrollen zitten verankerd in seksueel misbruik”

T: Wat het natuurlijk ook niet is.

C: Nee, maar het gaat heel erg om de cultuur waarin wij gesocialiseerd worden. Het gaat vooral over genderrollen waar we in worden geduwd en waar we ons naar gaan gedragen. 

T: Ja, dat hangt zo met elkaar samen. Tuurlijk is het zo dat het meeste geweld tegen vrouwen wordt gepleegd. Het is een discussie die daardoor veel meer binnen het feminisme wordt gevoerd, terwijl er ook binnen mannelijkheid een enorm taboe hangt. Dat hangt helemaal samen met die genderrollen, want een man kan zogenaamd niet verkracht worden. Dat is natuurlijk onzin. 

C: Het is heel gek, want zowel vrouwelijke daders als mannelijke slachtoffers worden afgerekend op hun mannelijkheid of vrouwelijkheid. Mannen worden ontmand.

T: Ja, je bent niet mans genoeg.

C: Precies. Je kon hem of haar niet van je afvechten; je was niet sterk genoeg; je bent een watje. En vrouwen worden helemaal gedemoniseerd.

T: Ja, dat is dan geen echte vrouw, want die horen zorgzaam te zijn.

C: Of dat het niet kan. Alsof vrouwen niet in staat zijn zoiets te doen.

T: Ja, al die vooroordelen zitten erin. 

C: En het is heel erg gelinkt aan kleur. Als je kijkt naar witte mannelijkheid vs. zwarte mannelijkheid, dan zie je dat zwarte mannen worden geërotiseerd en gecriminaliseerd. Hetzelfde geldt voor witte vrouwen en zwarte vrouwen. 

T: Ja, het is vaak voor mensen minder verbazingwekkend als een zwarte man een verkrachter is dan een witte man. 

C: Ik vind het soms wel lastig dat die genderrollen zo verankerd zitten in seksueel misbruik. We moeten het tijdens seksuele voorlichting ook echt over die rollen hebben, zeker als we recht aan de LHBT+-gemeenschap willen doen. Zoveel wat er moet gebeuren eigenlijk!

T: Ja, absoluut. Dat is ook het lastige. Als je eenmaal ziet hoe al die verbanden liggen, die intersectionaliteit, dan kun je er niet meer omheen.

“De term seksueel geweld is lastig, want het impliceert dat er altijd geweld aan te pas komt, wat niet zo is”

T: Ik vind overigens de term seksueel geweld lastig, want dat impliceert dat er altijd geweld aan te past komt, wat niet zo is.

C: Nee, ik zou eerder beargumenteren dat het vaker niet gewelddadig is dan wel. En daarom gebruik ik zelf seksueel misbruik. In het Nederlands klopt dat eigenlijk niet, want we spreken van misbruik als er een groot leeftijdsverschil is. Maar ik vind geweld geen goed woord, omdat wat jij ook zegt, het impliceert dat er altijd geweld aan te pas komt. Stel, je wordt als vrouw door een man verkracht, maar het is niet gewelddadig, dan herken je misschien helemaal niet als verkrachting, terwijl je wel met een trauma kan zitten zonder het door te hebben. 

T: Ja, en dat is weer die intentie en consequentie. 

C: Ik vind het wel heel fijn om er met jou zo over te praten, omdat we heel snel begrijpen wat we bedoelen waardoor het gesprek veel verder komt naar mijn idee.

T: Ja, mee eens. En ook die herkenbaarheid. Ik vind het heel prettig dat we eigenlijk precies hetzelfde gedachtengoed erover hebben. Dat is heel mooi. Het is ergens jammer, omdat wij door onze ervaringen gedwongen werden hierover na te denken. En het is eigenlijk niet te bevatten hoeveel opluchting het brengt om hierover te praten. Eigenlijk is het gek dat dit niet een alledaags gesprek is. Dat zou zoveel al kunnen genezen en kunnen helpen.

C: Absoluut. 

T: Merk jij ook dat er zo’n behoefte is aan een afrondende conclusie?

In koor: Maar die is er niet!

C: De Rutgers campagne is natuurlijk een oproep aan de politiek en de maatschappij dat de huidige situatie echt niet meer kan. Er moet meer geïnvesteerd worden in betere seksuele voorlichting, inclusievere hulpverlening en nazorg. Daarnaast denk ik dat mijn oproep wel is dat we erover blijven praten en dat we het makkelijker maken om over seksueel misbruik te spreken, zodat we niet “dapper” hoeven te zijn om te zeggen dat ons dit is overkomen. 

T: Ja, precies. En dat we afstappen van dat zwart wit denken: dat we meer kijken naar de nuances en de grijze gebieden. 

Seksueel geweld moet stoppen. Laat daarom je stem horen en roep de overheid op om meer te investeren in het voorkomen van seksueel geweld. Teken de petitie van Rutgers en zeg ook #TotHier! Want elk slachtoffer is er een te veel.

Over de auteur(s)

Foto van Charlotte

Charlotte

Charlotte Knoors is docent en schrijver. (Foto door Fardau van der Meulen).

Schrijf mee

Wil jij helpen met het creëren van leuke content voor en door LHBT+? Bekijk hieronder onze vacatures.

Inclusief maar niet toegankelijk

Voor hoe inclusief de queer community is en zich ook uit naar de buitenwereld, is niet iedereen welkom. De meeste offline en online plekken voor

Coming-out: na 10 jaar reflecteren

Ook 10 jaar na zijn coming-out laat deze Dylan nog inzien op welke manieren hij verschilt van zijn omgeving en hoe hij dit kan overbruggen.

Column

Kelly: Fier

Ik liep vandaag door het Europees Parlement. Een reusachtig gebouw, waar ook onze belangen worden vertegenwoordigd. Mijn coach praatte over de meeting die we even

Lees verder »