In de serie ‘Brief aan’ schrijven Expreszo’ers een boodschap aan hun jongere zelf, meet daarin wat ze als jonge LHBT+’er graag hadden willen horen. Deze week is voormalig redacteur Daniëlle aan de beurt. Lees ook de brief van Stef.
Breda, 2009
Hey Daan,Niet schrikken, het is ik, jezelf. Ik ben vermomd als… euh… ik ben jou uit de toekomst. Als ik – of eigenlijk jij – deze brief schrijf, is het 2019 en je ziet je leven er heel anders dan nu.
Je staat aan de vooravond van wat een grote, ingrijpende periode zal zijn. Je twijfelt nu over je genderidentiteit. Vraagt je af of je wel echt een man bent. Ik kan je zeggen: dat ben je niet, hoe hard je het ook probeert en het zelf bijna gelooft. Als ik goed in mijn kalender kijk, ga je over een paar weken het Genderteam bellen om je aan te melden: dat is niet zo spannend als het lijkt. Ze vragen je naam, telefoonnummer, adres en wie je huisarts is, that’s it. Daarna begint het wachten, het onmenselijke wachten tot je eindelijk ergens terecht kan. Het zal nog 2 jaar duren voor je een psycholoog te spreken krijgt waar je door alle hoepeltjes mag springen om te kunnen zijn wie echt bent.
Je hoeft niet bang te zijn. Dat is het belangrijkste wat ik je mee wil geven. Het overgrote deel van de mensen in je omgeving zal je volledig ondersteunen en accepteren. Over een jaar zal je met trillende handjes bij mama op de bank zitten, om te vertellen waar je mee bezig bent. Papa en mama zijn je ouders. Die hebben al jaren zo hun vermoedens over wie je echt bent. Maar ze zullen nog wel aan het idee moeten wennen. Ook de rest van de familie, je vrienden en je collega’s zullen je steunen tijdens je transitie. Je zal steeds minder one-of-the-boys zijn, en steeds meer one-of-the-girls. Bereid je maar vast voor op collega’s, die je ineens betrekken in hun gesprekken over menstruatieklachten.
Het is niet allemaal makkelijk. Ik wil je één waarschuwing geven: je transitie lost niet alles op, zoals je hoopte. Je zal hard moeten werken aan jezelf. En nee, je kan het niet alleen. Echt, als ik je één tip mag geven waarvan ik hoop dat je er iets mee doet: zoek hulp. Een psycholoog, een maatschappelijk werker, of iemand anders met genoeg zakelijke afstand, die je kan helpen en waar je je verhaal bij kwijt kan. Dat is waar je spijt van hebt, dat je het telkens weer veel te lang alleen hebt willen doen. Weliswaar gesteund door mensen die om je geven, maar zij missen soms de koele rationele blik die je nodig hebt om op jezelf te kunnen reflecteren. Van het VUmc hoef je niets te verwachten aan dit soort begeleiding. Ze helpen je met jezelf te ontdekken tijdens de diagnosefase, maar ze bieden geen ondersteuning voor de andere dingen waar je mee worstelt.
Je zal steeds minder die grijze muis zijn die je nu bent, en een steeds kleurrijker persoon worden (tip: blauw staat je goed, maar groen kan je ook prima hebben. Heus!). Je innerlijke somberheid zal wel blijven. Dat is iets wat voor een deel losstaat van je transitie en je identiteit. Je gaat veel gelukkiger worden van je transitie, maar niet per se gelukkig. Daar is meer voor nodig en daar ben ik ook nu nog hard voor aan het werk. Vandaar ook dat advies hierboven: je zou jezelf later dankbaar zijn, als je daarop eerder had ingegrepen.
Er gaan nog meer dingen veranderen. Een verhuizing, meerdere zelfs, en (spoilers!) een relatie die ten einde zal lopen. Uiteindelijk is het allemaal het beste en zal je opbloeien. Ook je hele transitie is alle pijn, verdriet, angst en onzekerheid die je gaat doormaken zeker waard. Er zullen ook momenten zijn van intense blijdschap, geniet daarvan, je bent het waard.
Tenslotte nog even dit: Over een aantal jaar ga je naar het gemeentehuis om je naam officieel te veranderen, dat kan dan zonder tussenkomst van de rechter. Denk daar goed over na, ik vind het van ons een gemiste kans dat we niet hebben gekozen voor iets als Daniëlle Angelina Nora Irene Emily Laura Liselotte Eleanora. Past op geen enkel formulier bij voornamen voluit, maar je hebt wel een toffe ID kaart.
Knuffel!
Daniëlle-van-over-tien-jaar
P.S.: Mensen blijven je toch wel Daan noemen, en dat vinden we prima.
Meer van dit? Bekijk ook de andere brieven.