”Ik had nooit gedacht dat jij een friemelaar zou zijn.” Ik ben er een beetje stil van. Mijn beste vriend en ik hangen al een uur aan de telefoon, en bespreken mijn verjaardagsetentje. Ik ben tweeëntwintig geworden, en dat vond ik de perfecte gelegenheid om voor het eerst een vriendje te introduceren. Ook dat lees je goed, ik ben niet langer single.
Sim vond dus dat ik wel heel veel zat te friemelen tijdens het diner. Handjes vasthouden, aaien, kleine kusjes stelen, the works. Ik kreeg foto’s toegestuurd, waarop ik de stoppel-kin van mijn geliefde kriebel. Vind ik fijn. Maar dat mijn beste vrienden daar misschien wat van zouden vinden, was niet in mij opgekomen. Dat dat eventueel haaks op mijn karakter zou staan, had ik me al helemaal niet gerealiseerd.
”Daar dacht je eerst wel heel anders over hoor,” zei Sim. Ik geef hem gelijk. Diverse scènes ploppen in mijn hoofd waarin ik (zeer discreet) stelletjes de grond in boor omdat ze publiekelijk hun affectie durven te vertonen.
“Daar dacht je eerst wel heel anders over!”
Ik denk terug aan een ex. De *Wodkamepper hield er bijvoorbeeld wel van om en plein public speeksel te ruilen, maar daar kreeg ik heel snel kippenvel van. Ik vond het zelfs een beetje eng. Zometeen worden we uitgescholden, of erger, halen we het middagnieuws omdat we tot pulp zijn geslagen door een stelletje potenrammers.
Wat is er dan precies anders, deze keer? Ik ben dol op deze man, en als ik zijn baard wil kriebelen dan doe ik dat, potdikkie. Misschien zie ik het ergens ook wel een beetje als stil protest, met al het ellendige nieuws waar SuitSupply en gebroken homojongeren de hoofdrol in hebben. Waarschijnlijk ben ik ook gewoon hartstikke verliefd.
Ik heb wel eens gehoord dat verliefdheid dingen met je doet, je laat zien hoe het ook kan zijn. Kusjes vragen terwijl je dat een afschuwelijk idee leek tijdens je single bestaan, of over ons praten terwijl je gewoon een ik bent. Maar dat is voor een andere keer, en voor nu zal ik zijn baard niet meer kriebelen terwijl je er met je neus op staat, Sim. Dat beloof ik.
Over de auteur(s)
