Als ik terugkijk op mijn jeugd, zijn er bepaalde dingen die ik mij zo weer voor de geest kan halen. Ik weet nog precies wanneer ik voor het eerst tegen mijzelf zei dat ik een jongen knap vond. Dat was in de eerste week van de middelbare school, en deze brugpieper had niet voldoende zelfvertrouwen om daaraan toe te geven. Ik wist niet wat ik met deze gevoelens aan moest. Een coming-out was in ieder geval nog geen optie. Uit paniek belde ik mijn vader op, die op dat moment op familiebezoek was in Servië. ‘Het gaat wel weer over’, zei hij tegen mij. Nou, dat hoopte ik dan maar.
Het moment dat ik erachter kwam
Ik kan me goed herinneren dat iedere keer als ik bij mijn opa langskwam, hij mij vroeg of ik al een vriendinnetje had. Ik wist toen nog niets van mijn geaardheid en had überhaupt geen kennis van homoseksualiteit, maar je kunt er op rekenen dat ik het daarna niet meer als een optie zag.
Dat balletje moet pas zijn gaan rollen toen ik Lucas en Edwin in de soapserie Goede Tijden, Slechte Tijden op televisie zag. Iedere avond om acht uur zaten we braafjes met het gezin voor de televisie om op de hoogte te blijven van alle Meerdijkse perikelen. Op een gegeven moment doken de twee mannen het bed in, waarbij mijn adem stokte. Als de rest het maar niet door zou hebben. Nederland was in rep en roer over twee mannen die het bed met elkaar deelden, maar het zou nog een hele tijd duren voordat dit onderwerp bij mij thuis werd besproken.
Mijn coming-out
Net als voor ieder ander kind dat uit de kast wil komen was het ook voor mij geen gemakkelijke weg. Mijn eerste seksuele ervaring met een jongen had ik op mijn 15e, die dat aan de pestkop uit mijn klas doorspeelde. Dat was net voor de kerstvakantie, die ik twee weken lang in angst doorbracht, bezorgd over de reacties die ik op school zou krijgen. Bij terugkomst kreeg ik uitgerekend van deze pestkop het woord ‘homo’ in de schoolgangen naar mijn hoofd toegeslingerd, maar de pesterijen van de jaren ervoor bleven uit. Toen moest ik nog Googelen wat die term eigenlijk inhield, waarvan alle stoere jongens zeiden dat ik het was. Dat kon niet anders dan verkeerd zijn.
Het vertellen aan vrienden vond ik spannend, maar niet moeilijk. Ik wist dat ze me zouden accepteren. Het vertellen aan mijn ouders was een ander verhaal. Ik vond het zo eng dat ik besloot om mijn beste vriendin mee te nemen, ook al plaatste ik haar daarmee in een nogal ongemakkelijke positie. Nadat het hoge woord eruit was, liet ze me met mijn ouders alleen zodat ik het er nog even met hen over kon hebben. Mijn moeder had het al wel gedacht, maar voor mijn vader kwam het als een verrassing waar hij in het begin moeite mee zou hebben.
De rol van ouders tijdens coming-out
De afgelopen tijd heb ik vaker aan vrienden gevraagd over hun coming-out en hoe zij daarop terugkijken. Wist je hierna zeker dat het goed zat tussen jou en je ouders, of bleef het een vage herinnering die een loopje nam met je gekwelde tienerbrein? Dat laatste is voor mij denk ik het geval. Ik denk dat ieder kind dat uit de kast komt, al dan niet in andere woorden zegt: ‘Ik ben anders dan jullie, of dan jullie dachten wie ik was.’ Het kan een wig drijven tussen ouder en kind, maar als ouder kan je dit zo veel mogelijk proberen te beperken.
Ik ben mij in het thema gaan verdiepen, onder andere door het boek Dat maakt ons helemaal niets uit van Broos Lammes en Ronald Giphart te lezen, wat de homoseksuele Broos met zijn vader schreef over de rol die ouders spelen bij het uit de kast komen. Op de achterflap staat een boodschap die het belang onderstreept om als ouder met je kind te blijven communiceren. Samen met zijn vader gaat hij het gesprek aan met (voornamelijk) queermannen over hun coming-out, en welke rol hun ouders hierin hebben gespeeld en of dit hen geholpen heeft. Aan de hand van deze verhalen wordt het spanningsveld zichtbaar waarin ouders zich begeven: kan je je kind helpen, of is dit iets wat ze zelf uit moeten zoeken?
Getuig van je liefde
Er zijn ouders die het belangrijk vinden om te laten weten dat het oké is om gay te zijn, maar er zijn ook ouders die er niets over te melden hebben of zelfs refereren naar homo’s als mietjes. Dat laatste is zeer kwalijk, maar ook als jij als ouder geen problemen hebt met homoseksualiteit komt er bij een kind vaak al schaamte bij kijken. Het ontdekken van je seksualiteit gebeurt in een harde, heteronormatieve wereld.
Al heb je niet in de hand hoe de coming-out van je kind verloopt, kan je het diegene wel zo prettig mogelijk maken. In het boek adviseert Splinter Chabot ouders die vermoeden dat hun kind worstelt, om een brief met een liefdevolle boodschap op hun kussen te leggen. ‘Niet om te vertellen dat je denkt dat je kind worstelt met diens seksualiteit, maar een brief waarin je getuigt van je liefde.’ Haroon Ali zegt dat als je van je kind houdt, je je best moet doen om alle facetten van je kind te begrijpen. Voor hem past geaardheid en genderidentiteit in het rijtje van dingen die karakter kunnen vormen. Zelf denk ik ook dat je je kind niet moet sturen, maar wel impliciet laat weten dat alles kan en mag. Laat zien dat je begrip hebt voor mensen die anders zijn dan jij, want je kind is dat misschien ook.
Verschillen overbruggen
Ik heb ook nagedacht over hoe het voor mijn ouders moet zijn geweest. Beiden zijn geen praters. Ik denk ook dat mijn vader in een milieu is opgegroeid waarin dat niet als prioriteit werd gezien en dat de cultuur waarmee hij is opgegroeid vrij masculien is. Als gezin voor het eerst in aanraking komen met homoseksualiteit door het zien van een soapserie als Goede Tijden, Slechte Tijden heb ik daarom altijd als iets symbolisch gezien. We waren geen gezin dat naar de publieke omroep keek, waar naar mijn idee vaker maatschappelijke thema’s werden aangekaart die uitnodigen tot gesprek. Misschien hadden zulke programma’s iets in beweging kunnen zetten, al was het maar een gesprek aan de eettafel.
Mijn ouders hebben altijd geweten dat ik een gevoelige jongen was en hebben hun best voor mij gedaan, en dat heb ik altijd gemerkt. Ik ben in een liefdevol gezin opgegroeid en daar ben ik dankbaar voor. Maar ik weet ook dat ik de dingen die zij mij niet konden meegeven, zelf moest ontdekken. Door de gezinsdynamiek te erkennen voor wat die is, heb ik deze verschillen kunnen overbruggen. Ik heb mij vaak afgevraagd of ik anders zou zijn gevormd als er wél over gepraat zou zijn. Inmiddels ben ik daar wel over uit. Ik ben mezelf en had ook niet anders willen zijn. Gelukkig maar!
Geen afgesloten hoofdstuk
Toen ik uit de kast kwam, betekende dat niet per se het einde van een hoofdstuk. Ik denk dat deze juist alleen maar meer vragen heeft gecreëerd, waar ik ook steeds meer antwoorden op krijg.
Als kind hield ik mijzelf gedeisd, zodat ik ook niet uit de toon kon vallen. Op een gegeven moment word je dat zat, maar alles wat ik op jonge leeftijd leerde, bleef ik jarenlang volhouden. Mijn therapeut omschreef die tunnelvisie als een snelweg die je vanaf je kinderjaren bent begonnen met leggen. Om dan een positievere weg in te slaan, gaat dan niet zonder moeite.
De keuze die ik maakte om uit de kast te komen voelde als een onvermijdelijke. Een keuze die het leven leuker heeft gemaakt, maar wat ik van tevoren nog niet wist. Knopen doorhakken vind ik pittig, maar ik denk dat ik net als tien jaar geleden verder kom door het onbekende te blijven omarmen.
Over de auteur(s)
Dylan
Hi! Ik ben Dylan (hij/hem), 25 jaar oud en woonachtig in Nijmegen. Tijdens karaoke evenaart mijn zelfvertrouwen dat van Beyoncé – daarbuiten werk ik er nog naartoe. Ik schrijf graag over popcultuur en de gedachtenspinsels in mijn hoofd. In september begin ik aan een master Sociologie. Tot die tijd serveer ik vooral koffie en sass als gastheer in een verzorgingshuis, waar ik ook wel bekend sta als een ‘lekker jong’. Score!