Julian, de film gebaseerd op het gelijknamige boek (Fleur Pierets, 2019), vertelt het verhaal over het leven en de liefde tussen Fleur en Julian. Het koppel viert hun liefde met het Project 22: trouwen in alle landen waarin het homohuwelijk legaal is. Met het doel om gelijke rechten voor queer personen onder de aandacht te brengen. Het project kwam abrupt tot een einde toen Julian ziek werd. De hoofdrollen worden gespeeld door Laurence Roothooft (Julian) en Nina Meurisse (Fleur). Julian is geproduceerd door The Reunion; het productiehuis van Lukas en Michiel Dhont. Ik sprak met schrijver Fleur Pierets en regisseur Cato Kusters.
Hoe begon het proces om het boek te verfilmen?
Fleur: ”Toen het boek uitkwam ben ik benaderd door veel productiehuizen die het wilden verfilmen, maar altijd met de verkeerde reden. Ze wilden er een rouwfilm van maken, terwijl het verhaal voor mij gaat over liefde en over wat een individu kan doen om de wereld (proberen) te veranderen. Dus ik had overal nee tegen gezegd. Totdat co-schrijver van de film, Angelo Tijssens, zei dat ik misschien toch eens met de gebroeders Dhont moest gaan praten, en dat ik daar mijn reden wel zou vinden. Dat was inderdaad zo. Toen heb ik besloten met hen in zee te gaan. We hebben met veel regisseurs gepraat. Die wilden óók allemaal een rouwfilm maken. Dat wilde ik niet. Toen werd ik door een gezamenlijke vriend voorgesteld aan Cato. Zij had net het boek gelezen. Door de manier waarop ze over het boek praatte dacht ik: ‘kijk, jij snapt het. Zo had ik het bedoeld.’ Cato had ons uitgenodigd om haar afstudeerfilm te zien. Die was zó fantastisch. Het was ineens heel duidelijk dat we onze regisseur gevonden hadden.“
Cato: “Op het moment dat we elkaar leerden kennen, had ik geen enkele agenda. Ik kende het verhaal en ik was er helemaal wild van. Ik denk dat via onze gesprekken het ons beide duidelijk werd dat het verhaal onder mijn huid was gekropen. Toen nodigde ik Fleur en de gebroeders Dhont uit om mijn afstudeerfilm te kijken. Ook zodat ze konden zien hoe ik kijk als regisseur. Zodat ze mijn manier van filmaken konden ervaren en om te kijken of ze het iets vonden. Dat bleek zo te zijn.”
Fleur: “Ik heb eigenlijk een vraag aan Cato. Heb jij ooit getwijfeld om ‘ja’ te zeggen?”
Cato: “Nee. Ik wilde dit heel graag. Ik hoorde dat erover gesproken werd, maar op een gegeven moment dacht ik wel: wie gaat het doen? Wie hebben jullie in gedachte? Ik wist wat mijn intenties met de film zouden zijn. Toen Michiel Dhont mij belde om te vragen wat mijn ideeën waren over de film heb ik gelijk een groot schetsboek gekocht. Ik heb het boek opnieuw gelezen en een outline gemaakt van hoe de film chronologisch in elkaar zou kunnen steken. Dus ik ben gelijk aan de slag gegaan. Ik dacht: nu wil ik het ook écht heel graag.”
Hoe heb je de vertaalslag van het boek naar de film gemaakt? Welke keuzes waren daarin belangrijk?
Cato: “Ik denk dat de grootste uitdaging was om een tijdslijn te maken. Die moesten we manipuleren want het boek strekt zich over 7 jaar. In de film voelt het als grofweg een jaar omdat we sprongen maken in de tijd. We hebben belangrijke gebeurtenissen samengevoegd tot bepaalde scènes die meerdere dingen tegelijk onthullen. In het begin van het proces vroeg ik me wel af hoe we dit complexe, gelaagde liefdesverhaal konden vertellen in anderhalf uur, zonder dat er iets van het verhaal verloren zou gaan. Co-schrijver van de film, Angelo Tijssens, zei dan: ‘we zullen soms [in de film] moeten liegen om dichter bij de waarheid te komen.’ Er zitten gebeurtenissen in de film die niet daadwerkelijk hebben plaatsgevonden, maar die het verhaal op een compactere manier vertellen. Het belangrijkste voor ons als schrijvers van de film was om de personages zo goed mogelijk te leren kennen en neer te zetten. Ik wilde heel graag de menselijkheid vatten.”
Wat hebben jullie geleerd van het maken van deze film? Welke les was voor jullie het meest waardevol?
Fleur: “Voor mij was het dat mijn onderbuikgevoel heel juist is. Ik had een soort instant vertrouwen en ik wilde dat gevoel graag volgen. Ook heb ik leren loslaten en geleerd dat er heel veel schoonheid zit in het doorgeven van het verhaal. Voor mij is loslaten ook erkennen dat de film een kunstwerk op zichzelf is. De film is niet een soort uitvloeisel van het boek. Ze staan los van elkaar. Het boek zijn mijn herinneringen en, ook al was Cato er niet bij, de film zijn haar herinneringen van het verhaal. Zo voel ik dat. Zij heeft natuurlijk een andere blik en dat vind ik er juist zo mooi aan.”
Cato: “Ik voelde het vertrouwen heel erg dat Fleur zo duidelijk aan me gaf vanaf het begin. Toch zocht ik in elke fase constant naar bevestiging. Zij hebben natuurlijk ook de keuze gemaakt met mij samen te werken, dus ik mag er ook op vertrouwen dat zij mijn begrip van het verhaal goed vinden. Iedereen op set was ouder dan ik, dus dat was een gek gevoel. Ik heb geleerd dat je soms juist beter zorg kunt dragen voor een groep door heel duidelijk te zijn. Dat vond ik soms nog moeilijk. “
Waar zijn jullie het meest trots op?
Cato: “Dat Fleur en ik elkaar aan het einde van de rit nog vast hebben. Dat we nog closer zijn geworden en er echt een vriendschap is ontstaan. Daar ben ik echt onwijs trots op.”
Fleur: “We zijn elkaar de hele tijd aan het ophemelen, maar het kan ook niet anders. Ik ben zo trots op wat Cato heeft neergezet. Elke keer als iemand iets over de film zegt, denk ik: ja ze heeft het wel gewoon gedaan. Dat is Cato, zij kan dat. Iemand vertelde me laatst dat de film hem nog drie dagen in zijn greep had. Dat is een heel groot compliment. “
Cato: “Ja, dat is eigenlijk een waanzinnig compliment omdat het laat zien dat de film de kijker niet zomaar loslaat. Dat het onder de huid kruipt. Dat zijn ook de films waar ik zelf het liefst naar kijk, waar ik een week later nóg over nadenk. Het is de kunst om als filmmaker het publiek niet te geven wat het op een bepaald moment verwacht. Als je daarin verrassend blijft, kan je de complexiteit van het verhaal eer aan doen. Een verhaal als deze is zo moeilijk te vatten. Ik wilde niet dat het allemaal hapklaar was.”
Welke boodschap zouden jullie queer jongeren van nu willen meegeven?
Fleur: “Besef hoe groot je bent. Veel mensen denken dat ze niks kunnen veranderen, maar kijk naar de twee vrouwen die de gehele #Metoo beweging in gang hebben gezet. Of naar Greta Thunberg met haar bordje buiten het Zweedse parlement. Iedereen kan iets veranderen. Dat kan iets heel kleins zijn, bijvoorbeeld tegen je familie zeggen hoe je je voelt of wat je mening is. Onderschat dat ripple effect niet. Ik ben me heel bewust dat ik nu hand-in-hand kan lopen omdat mensen vóór ons de weg hebben geplaveid. Ik vind het onze verantwoordelijkheid om te zorgen dat de mensen die na ons komen het niet slechter hebben dan wij. Want die richting gaat het wel uit. Wij zetten nu de blauwdruk voor hoe het gaat zijn voor volgende generaties. In die zin zijn er geen kleine daden, behalve niks doen.”
Cato: “Ik sluit me daarbij aan. Durf de ruimte in te nemen waarvan je voelt dat die van jou is. Dat kan zijn dat je tegen je ouders zegt hoe het zit. Ik hoorde onlangs in een podcast dat genderidentiteit en seksuele identiteit kan worden gezien als een spiraal die opstijgt. Dat je altijd meer kan leren over jezelf. Dus dat queerness ook een rekbaar begrip is. Durf een ongemakkelijke positie in te nemen als je het gevoel hebt dat dat beter bij je past. En durf te blijven groeien.”
Julian is vanaf 11 december te zien in de bioscoop.
Over de auteur(s)
Robin
Robin (zij/haar) is 25 jaar, student en schrijft gedichten en verhalen. Ze schrijft voornamelijk over het onderzoeken van (queer) identiteit. Met haar artikelen wil ze haar lezers meenemen in haar ervaringen en de inzichten die haar maken tot wie ze nu is. Ze hoopt dat mensen zich kunnen herkennen in haar teksten en dat ze zich gezien voelen. Ze haalt haar inspiratie uit boeken, gedichten,, films, series en muziek.




